ngd-gehuwden" de oorlog overleefd zonder
onder te duiken. Een enkel "gemengd-gehuwd" echtpaar waagde het zelfs een Joods
familielid bij zich te laten onderduiken.
Wat de twee lijsten (die van de kerken en die gebaseerd op gegevens uit het
bevolkingsregister) betreft: kort na de hierboven aangehaalde brief, op 15 oktober
1942, schreef dr. Van Dijk aan de Amsterdamse predikant P.N. Kruyswijk: "Het
bevolkingsregister beslist!" [9.8]
d. Schmidt en Rauter
"Het bevolkingsregister beslist". Maar hoe zat het dan met de toezeggingen, gedaan
door Schmidt en Buhner?
Er bestond een scherpe tegenstelling tussen twee van Seyss-Inquarts naaste
medewerkers. F. Schmidt was zijn Generalkommissar zur besonderen Verwendung en
vertegenwoordigde de belangen van de partij (de NSDAP). De SS-er H.A. Rauter,
Generalkommissaris fur das Sicherheitswesen, stond wel onder Seyss-Inquart,
maar rapporteerde bovendien rechtstreeks aan de Reichsfuhrer-SS, de gevreesde
Himmler, wiens bewonderaar Rauter was. Het ligt voor de hand dat zich tussen
Schmidt en Rauter een competentiestrijd ontwikkelde. Ze werden elkaars verklaarde
tegenstanders.
Toen Schmidt voor de inrichting van een ghetto in Amsterdam was, verklaarde Rauter
zich tegen. Herzberg beschrijft hoe de vete tussen de twee ertoe bijgedragen heeft
dat de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken, K.J. Frederiks, het gedaan kreeg
zeshonderd Joden - de "Barnevelders" - voor lange tijd in Nederland te houden: "Rauter
was er tegen, en dus was Schmidt er voor."
Wat betreft de deportatie van "gemengd-gehuwde" Joden wilde Seyss-Inquart (ja,
zelfs Hitler) behoedzaam optreden, zolang de oorlog voortduurde: het diende
voorkomen te worden dat de niet-Joodse partners te zeer in onrust geraakten. Rauter
was daar tegen: allen moesten weg.
De Hervormde dr. W.J. de Wilde kwam zich eens beklagen bij Schmidt over het feit
dat gedane beloften telkens gebroken werden. "Rijkscommissaris en SS staan vierkant
tegenover elkaar, en als u iets belooft, verbiedt Rauter het weer", zei hij. "So
ist 's genau", antwoordde Schmidt laconiek.
<128>
Seyss-Inquart had bij monde van Schmidt beloofd, dat de Joden-Christenen (later
beperkt tot de Protestantse) niet gedeporteerd zouden worden. Rauter zou het
liefst alle Joden-Christenen gedeporteerd hebben. En Rauter was belast met de
uitvoering van de deportaties.
Zoals we hierboven gezien hebben, was met Schmidt overeengekomen dat ook zij'
die kerkelijk onderricht volgden en/of
|