k niet beweren, dat de kerken het er in
alle opzichten goed afgebracht hebben.
Mevrouw Bekker velt een negatief oordeel over de Generale synode. Zo meent zij
(inzake het lidmaatschap van de N.S.B., p. 35): "Onder druk van deze verzoeken
(van classes en particuliere synodes) was de Generale Synode wel gedwongen nu
een duidelijk standpunt in te nemen". Maar een Generale synode kon en mocht zich
alleen uitspreken over een kwestie, wanneer zij door "mindere" kerkelijke
vergaderingen om haar oordeel dienaangaande gevraagd werd.
<190>
Vervolgens stelt mevrouw Bekker: "De Generale Synode deed tijdens de bijeenkomsten
nooit een uitspraak over de behandeling van de Joden in het land" (78). En op de
volgende bladzijde heet het: "Nogmaals, de zaak met betrekking tot de Joden was
afgeschoven op de Deputaten voor de correspondentie met de Hoge Overheid".
Zoals bekend mag worden verondersteld, vergaderde de synode maar af en toe. Er
was dan een lange agenda en het was steeds gebruikelijk geweest dat vele zaken
ter behartiging gedelegeerd werden aan de diverse deputaatschappen, die slagvaardiger
konden opereren dan een synode kon en vaak heel wat deskundigheid in huis hadden.
Welnu, zoals we gezien hebben (hierboven, hfdst. 2, b), was in 1940 besloten dat
het moderamen (bestuur) van de synode samen met deputaten voor de correspondentie
met de Hoge Overheid beslissingen zou mogen nemen wanneer de synode niet vergaderde.
Ook de zaken die samenhingen met de vervolging der Joden werden behandeld door deze
deputaten. Dat was noodzakelijk, niet alleen omdat de synode slechts af en toe
vergaderde, maar ook omdat ze niet over een apparaat beschikte om diverse taken
te verrichten. Men vergaderde, zoals gezegd, een paar dagen en ging vervolgens
naar huis. Er was zelfs geen schijn van enige permanente organisatie.
Toch bleef de synode wel volledig verantwoordelijk. Afgezien nog van het overleg
tussen het moderamen en deputaten (als de synode niet vergaderde): ter synode-
vergadering werd verslag uitgebracht, het gevoerde beleid (inclusief de publieke
protesten) werd uitvoerig besproken en daarop werden de handelingen van deputaten,
die zij namens de synode verricht hadden, goed- of afgekeurd. Al eerder (in hfdst.
3, d en 6, b) hebben we getracht een beeld te geven van een dergelijke vergadering
van de synode. Onder de protesten staat dan ook: De Gereformeerde Kerken in Nederland.
We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat men, zowel in
|