e kerkdiensten
van minder belang dan een "gebed, in een toon van ootmoed en schuldbesef". Wel zou
het telegram in de inleiding tot het gebed worden opgenomen. We komen op de inhoud
van dat gebed nog terug.
Op 17 juli hield Seyss-Inquart met zijn naaste medewerkers een z.g. Chefsitzung.
Daardoor weten wij nu (maar toen wisten de kerken dat uiteraard niet) dat de
Rijkscommissaris bepaald niet van plan was om de gedoopte Joden blijvend van
deportatie vrij te stellen. Het ging er slechts om, door deze tegemoetkoming
de kerken tot zwijgen te brengen. Zijn uiteindelijke beslissing zou afhangen
van de houding der kerken.
Aan Rauter werd tijdens die vergadering opgedragen, op de komende zondagen de
kerkdiensten te controleren in verband met een mogelijke kanselafkondiging. [6.2]
Zoals gebruikelijk ging er een stuk uit (23 juli) naar alle plaatselijke kerken
met de tekst van het af te kondigen telegram van 11 juni, en van het gebed, bestemd
voor de kerkdiensten op 26 juli.
Blijkbaar zijn de Duitsers daar onmiddellijk achter gekomen, want een dag later,
op vrijdag 24 juli, werd ds. Dijckmeester ontboden bij de plaatsvervanger van
Schmidt, Hauptmann I. Gruffke. Deze bleek op de hoogte van de voorgenomen voorlezing
van het telegram en drong erop aan deze achterwege te laten: het ging volgens
Gruffke om een vertrouwelijk document. Anders zou de basis voor verdere
onderhandelingen verbroken zijn.
Volgens ds. Dijckmeester hoorden telegram en gebed bij' elkaar: "gebed en daad
zijn niet te scheiden; als een gelovige een drenkeling in het water ziet, zal
hij wel een gebed voor hem doen maar ook een daad verrichten. Welnu, het telegram
is zulk een daad." Waarop Gruffke de beeldspraak overnam en zei: "Maar u kunt
niet zwemmen; of wel: U vraagt Schmidt om te springen, maar hij weigert."
<92>
Ds. Dijckmeester, die zelf vond dat het telegram voorgelezen diende te worden,
bracht de kwestie ter Synode. Daar overheerste de gedachte dat "onder fatsoenlijke
mensen de ene partij niet tot publikatie van een document mag overgaan wanneer
de andere partij zich daartegen verzet". Ook vreesde men dat "wat nu voor de
christen-Joden bereikt was, dan weer verloren zou gaan", aldus Touw. Zo werd aan
Schmidt nog diezelfde dag (vrijdag 24 juli) bericht dat de Synode bereid was de
afkondiging van het telegram in te trekken; maar mogelijk zou het bericht
daaromtrent een aantal gemeenten niet tijdig meer kunnen bereiken.
Er is veel kritiek gekomen op de
|