ht, waardoor men
zich mede aan dat onrecht schuldig zou maken.
De Kerken zullen dit opnieuw onder de aandacht van de Heer Rijkscommissaris
brengen en zij bidden van God, dat en de bezettende macht en ons volk de weg
der gerechtigheid en der gehoorzaamheid aan Zijn Woord mogen gaan.
Het bovenstaande is de versie die van alle kansels afgekondigd diende te worden
in de kerkdiensten op zondag 21 februari. Seyss-Inquart ontving een iets gewijzigde
versie (en in het Duits), gedateerd 17 februari, waarin de kernzinnen gelijkluidend
waren aan het voor te lezen protest. De brief aan de Rijkscommissaris eindigt als
volgt:
Heer Rijkscommissaris, het is in gehoorzaamheid aan haar Heer, dat de Kerken dit
woord tot U moeten richten; zij bidden God, dat Hij U in Zijn weg moge leiden tot
herstel van het zo ernstig geschonden recht in de uitoefening van de Macht.
In dit protest wordt "het ten dode vervolgen van Joodse medeburgers" nadrukkelijk
genoemd, maar "de gebeurtenissen van de laatste weken" noopten de kerken tot dit
protest. De Joden werden al maandenlang opgejaagd en gearresteerd. Het is te
betreuren, dat de krachtige uitspraken in dit protest niet veel eerder van alle
kansels geklonken hebben.
We maken nog een paar kanttekeningen.
De lijst van de acht punten waartegen geprotesteerd werd toont, hoe zeer ons
volk door de bezetters in het nauw gedreven werd. Toch waarschuwden de kerken
tegen "het recht in eigen hand nemen", kennelijk naar aanleiding van de aanslag
op Seyffardt. Het belangrijkste was: in feite riepen de kerken op tot burgerlijke
ongehoorzaamheid. In de brief aan Seyss-Inquart is het zelfs nog iets scherper
geformuleerd dan in de kanselafkondiging: "Om der wille van het recht Gods mag
door niemand enige medewerking worden verleend aan daden van onrecht, omdat men
zich daardoor aan dat onrecht medeschuldig maakt."
<104>
De politie-agenten bijv. die de opdracht kregen om Joden of ondergedoken arbeiders
te arresteren, wisten nu, wat hun plicht was. Eigenlijk wisten ze dat toch al wel,
ook zonder kerkelijke uitspraken, want het ging om een waarheid als een koe. Maar
arglistig is ons hart en een excuus is snel gevonden, vooral als het nakomen van
je plicht je duur kan komen te staan.
c. Niet in de Gereformeerde Kerken afgelezen
Alle bij het I.K.O. aangesloten kerken ondertekenden dit protest, maar de
Gereformeerde vertegenwoordigers vroegen wat betreft de publieke afkondiging
om uitstel. Delleman vermeldt:
|