aantekening: "Dit adres is niet bestemd voor publicatie of voor mededeling
van de kansel; overigens is geheimhouding niet vereist maar acht ik het zelfs
gewenst, dat de gemeente kennis draagt van dit adres."
Touw wijst erop, dat de toon van het protest wel een heel andere was dan die van
het eerste request over de maatregelen tegen de Joden (okt. 1940). Hij acht "dit
profetisch getuigenis een der aangrijpendste documenten uit de gehele strijd der
kerk tegen het goddeloze nationaal-socialisme. De toon doet denken aan die van
de grootste documenten uit klassieke tijden: aan Guido de Bres, aan John Knox."
Herzberg vindt dat het "tot het mooiste Nederlands behoort dat ooit in het Duits
is geschreven." [8.2]
Ook ditmaal kwam er geen rechtstreeks antwoord van Seyss-Inquart, maar zijn
voornaamste Sachbearbeiter op kerkelijk gebied, prof. H. Nelis, deelde mee dat
de sterilisatie op basis van vrijwilligheid plaatsvond, dat Rauter ermee belast
was en de kerken zich dus tot hem dienden te wenden. Waarop de kerken nogmaals
aan Seyss-Inquart een brief gestuurd hebben waarin zij schreven dat zij "Uwe
Excellentie beschouwen als de uiteindelijk verantwoordelijke voor alles wat in
ons land gedurende de bezettingsjaren geschied is en nog geschiedt."
<115>
c. De Joden-God" en de "Joden-bijbel"
Een voorbeeld van wel langzaam malende kerkelijke molens was de ontstaansgeschiedenis
van het tweede Hervormde Herderlijk schrijven. In oktober 1942 besloot de Hervormde
Synode al tot een geschrift, waarin de tegenstelling tussen het Christelijk geloof
en het nationaal-socialisme duidelijk zou worden uiteengezet.
Het concept was, op verzoek van dr. K.H. Miskotte, geschreven door ds. R. Bijlsma.
Door allerlei omstandigheden (aldus Touw) duurde het geruime tijd eer het gereed was.
Op 30 mei 1943 werd het besproken in de Algemene Synodale Commissie, die het stuk
ter uiteindelijke beslissing aan de Synode zond; ds. Gravemeyer had het direct
willen doen uitgaan naar de gemeenten. De Synode besprak het op 19 juli, waarbij
wel diverse bezwaren gemaakt werden; o.a. werd opgemerkt dat het nationaal-
socialisme toch al aan het afbrokkelen was... Anderen daarentegen vonden het een
voortreffelijk stuk. Ten slotte besloot men met algemene stemmen om het te doen
uitgaan naar kerkenraden en predikanten. Op 25 oktober 1943 werd meegedeeld, dat
alle exemplaren verzonden waren.
De Herderlijke Brief, getiteld "Christelijk geloof en Nationaal Socialisme",
bespreek
|