wordt, de wetenschap dat deze
maatregelen tegen het diepste zedelijk besef van het Nederlandse volk strijden,
bovenal het indruisen van deze maatregelen tegen hetgeen ons van Godswege als
eis van gerechtigheid en barmhartigheid gesteld wordt, nopen de Kerken tot U de
dringende bede te richten, aan deze maatregelen geen uitvoering te geven.
Voor de Christenen onder de Joden wordt ons deze dringende bede tot U bovendien
ingegeven door de overweging, dat hun door deze maatregelen het deelnemen aan
het kerkelijk leven wordt afgesneden.
Tien Nederlandse kerken hebben dit telegram ondertekend: beide Lutherse Kerken
deden ditmaal mee, de RK Kerk was er bij gekomen, en bovendien ondertekenden de
"Gereformeerde Gemeenten in Nederland" (vertegenwoordigd door ds. G.H. Kersten)
het protest.
Het telegram werd verzonden op 11 juli. Het ging, behalve naar Seyss-Inquart,
ook naar de Generalkommissaris, das Sicherheitswesen H.A. Rauter, de General-
kommissar zur besonderen Venvendung F. Schmidt en de Wehrmachtsbefehlshaber in
den Niederlanden F.C. Christiansen. Deze stuurde zijn exemplaar door aan
Seyss-Inquart, met erop aangetekend het voorstel om ook de ondertekenaars
te deporteren.
De kerken hadden het voornemen om, behalve het telegram, ook nog een uitvoeriger
schriftelijk protest in te dienen. Prof. dr. H. Kraemer zou hiervoor het concept
schrijven, maar twee dagen later werd hij gegijzeld.
d. Duitse reactie
Tot nu toe hadden de kerken op hun tegen de Jodenvervolging ingediende protesten
nog geen enkel antwoord ontvangen, maar ditmaal kwam er wel een reactie en zelfs
zeer snel.
Op 14 juli werd ds. H.J. Dijckmeester - waarnemend secretaris van de Hervormde
Synode in plaats van de gegijzelde ds. Gravemeyer - ontboden bij Schmidt. Deze
deelde hem mee dat de Christen-Joden die voor 1 januari 1941 gedoopt waren, van
deportaties zouden worden vrijgesteld en dat aan verzachting der maatregelen voor
gemengd-gehuwden nog gewerkt werd. Schmidt verzocht ds. Dijckmeester, een en ander
aan de ondertekenaars van het telegram mee te delen.
<91>
Op 15 juli vergaderde de Hervormde Synode. Daar tekende zich een lijn af die afweek
van het standpunt, ingenomen door het I.K.O. Ten eerste voelde een meerderheid
niet voor het indienen van een uitvoerig, schriftelijk protest. Desnoods wilde men
alleen een verzoek tot de bezettende macht richten. Ten tweede vond men de (op de
vergadering van het I.K.O. afgesproken) voorlezing van het telegram in d
|