hem wilden bewegen
een enigszins tegemoetkomende houding jegens het nieuwe bewind aan te nemen was
zijn antwoord: "Wat is dat voor onzin, heren? Ik wil geen tweede Innitzer zijn..."
Innitzer was de Oostenrijkse kardinaal die de nazi's zeer ver tegemoet kwam.
De aartsbisschop was voorzitter van het Nederlands Episcopaat en kwam als zodanig
primus inter pares (de eerste tussen gelijken). Hij kon zijn mede-bisschoppen
niets opleggen, maar diende hen te raadplegen en zo nodig te overtuigen. Dat
waren de bisschoppen van Breda, Haarlem, 's-Hertogenbosch en Roermond. Vooral
de bisschop van Den Bosch was aanvankelijk verre van militant, aldus Aukes, de
biograaf van mgr. de Jong. [5.2] Van Rooij verschaft hier verdere bijzonderheden.
Ook over de manier waarop de besluitvorming plaatsvond:
Het gezamenlijke beleid van de kerkprovincie werd bepaald in ongeveer 4 maal
per jaar gehouden bisschopsconferenties en via rondzendbrieven. Zij gingen uit
van een consensus voor het nemen van besluiten. De Aartsbisschop had als
voorzitter een zeer invloedrijke stem, maar iedere bisschop had in zijn eigen
diocees een grote vrijheid van handelen. [5.3]
Het volgende verhaal, verteld door biograaf Aukes, is typerend voor de
aartsbisschop en evenzeer voor zijn beproefde steun en rechterhand, dr. J. Geerdinck.
<75>
In de nacht van zaterdag op zondag 3 augustus, vlak voor de bovengenoemde afkondiging,
rinkelde in het aartsbisschoppelijk paleis de telefoon. De Sicherheitspolizei
wilde de aartsbisschop spreken, en wel onmiddellijk. De aartsbisschop laat
dr. Geerdinck meedelen, dat de heren over een half uur komen kunnen. Beiden
besluiten, dat de ontmoeting in scene moet worden gezet. De aartsbisschop dost
zich uit in ambtskledij; in het grote vertrek voor bijzondere audienties
branden de luchters.
Als er, precies om vier uur, gebeld wordt doet dr. Geerdinck open, vraagt de
mannen van Himmler zich van hun jas te ontdoen en bestijgt voor hen uit de
staatsietrap. Voor de deur aangekomen, vraagt hij hun namen, klopt en geleidt
de heren naar binnen. De aartsbisschop staat in zijn ambtskledij achter de
tafel en zwijgt. Dr. Geerdinck kondigt aan: "Excellentie, Obersturmfuehrer
Matzker en zijn adjudant." Monseigneur buigt licht, en blijft zwijgen. Geerdinck
zegt: "setzen Sie sich". Iedereen gaat zitten, en iedereen zwijgt.
Ten slotte haalt de Obersturmfuehrer een smal rolletje papier tevoorschijn en
begint voor te lezen: de afkondiging morgenochtend mag ni
|