zijnde, het getal 2116 weder voortbrengt. De
uitdrukkingen _kwadraats-wortel_, _vierkants-wortel_ en _tweede magts-
wortel te trekken_ hebben dezelfde beteekenis.
S.3. Door _kwadraat_-, _vierkants_- of _tweede magts- wortel_ verstaat
men het getal, hetwelk, met zich zelf vermenigvuldigd, het gegeven
kwadraat of vierkant weder te voorschijn brengt.
S.4. Om den vierkants-wortel uit een geheel getal ie trekken, volgt men
den volgenden algemeenen regel:
1^e. Deel het getal van twee tot twee cijfers van de regter- naar de
linkerhand af.
2^e. Neem den naasten wortel uit het eerste of uit de twee eerste
cijfers, en trek het vierkant van dien wortel daarvan af.
3^e. Schrijf achter dit verschil de twee volgende cijfers. Deel dan dit
gevondene getal, uitgenomen het achterste cijfer, door tweemaal den
gevonden wortel. Stel dit quotient, hetwelk het tweede lid des wortels
is, achter den deeler; beschouw dan dit getal als eenen deeler, en
vermenigvuldig dien vereenigden deeler met dien zelfden nu gevonden
wortel, en trek het product van het deeltal af.
4^e. Plaats achter de tweede rest weder de twee volgende cijfers, en
deel dan weder door twee maal de beide gevondene cijfers des wortels,
altijd het achterste cijfer des deeltals buiten aanmerking latende, en
ga zoo voort tot aan het einde toe.
S.5. Ter opheldering van dezen regel laten wij hier een uitgewerkt
voorbeeld volgen. Nemen wij het getal 190969.
----------
_2 / 19|09|69 = 437.
\/
4 * 4 = 16 .. ..
--------
3 09 ..
83 * 3 = 2 49 ..
--------
60 69
867 * 7 = 60 69.
_Verklaring_. Men deelt het getal eerst af in vakken van twee cijfers,
te beginnen bij de regterhand, dan heeft men 19|09|69. Nu vraagt men,
welke is de naast kleinere vierkants-wortel uit 19, en het antwoord zegt
4, omdat 19 grooter dan 16 = 4 * 4 en kleiner 25 = 5 * 5 is. De 4 is het
eerste deel van den wortel. Nu zeg ik 4 * 4 = 16, en trek die 16 van 19
af, dan blijft er 3 over. Achter dit verschil 3 stel ik de twee volgende
cijfers 09, die in het tweede vak staan, waardoor ik 309 verkrijg. Nu
deel ik tweemaal den gevonden wortel of 8 in 30, want het derde cijfer 9
komt niet in aanmerking, en vind 3, welke het tweede lid van den wortel
is, en welke ik ook achter het dubbel van het eerste lid plaatse,
waardoor ik het getal 83 verkrijg; deze 83 vermenigvuldig ik met het
quotient 3, en trek het produc
|