FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>   >|  
llen 1 palm, 2 ellen 8 palmen en 3 ellen 5 palmen. 14. Daar zijn twee gelijkbeenige driehoeken; van den eenen driehoek is een der beenen 4 ellen 8 palmen en de bazis 3 ellen 6 palmen; zoo nu de bazis van den anderen 5 ellen 4 palmen is, hoe lang zijn dan deszelfs beenen? _Antw._ 7 Ellen 2 palmen. 15. Van eenen regthoekigen driehoek is de bazis 9 duimen en de schuinsche zijde 1 palm 5 duimen; van eenen anderen driehoek, die met den eersten gelijkvormig is, doet de opstaande regthoekszijde 1 el 4 palmen 4 duimen. Men vraagt naar de andere zijden van dezen laatsten driehoek. _Antw._ De bazis 1 el 8 duimen en de hypothenusa 1 el 8 palmen. 16. Men heeft in eenen driehoek, waarvan de bazis 7 roeden is, en welks opstaande zijden 6 roeden 5 ellen en 7 roeden 5 ellen lang zijn, eene lijn van 5 roeden 6 ellen evenwijdig aan de bazis getrokken, Men vraagt in welke deelen de opstaande zijden door deze lijn gedeeld worden. _Antw._ De deelen van de kortste zijde zijn 1 roede 3 ellen en 5 roeden 2 ellen, en die van de langste 1 roede 5 ellen en 6 roeden. 17. Van twee gelijkvormige driehoeken doen de grondlijnen 2 ellen 5 palmen en 3 ellen; zoo nu de inhoud van den eersten driehoek 3 vierkante ellen 75 vierkante palmen bedraagt, welken inhoud heeft dan de andere? _Antw._ 5 Vierk. ellen 40 vierk. palmen. 18. Men heeft twee gelijkvormige driehoeken; van den eenen doen de zijden 1 el 4 palmen, 3 ellen en 8 ellen 4 palmen, en van den anderen is de kleinste zijde 11 ellen 2 palmen. Men vraagt naar de twee andere zijden van dezen driehoek. _Antw._ 24 Ellen en 67 ellen 2 palmen. 19. Iemand heeft twee stukken land, welke beide de gedaante hebben van een kwadraat; van het eene stuk is elke zijde 1 el 6 palmen. Men vraagt naar de zijden van het andere stuk, wetende dat deszelfs inhoud 15 maal grooter is dan die van het kleinste. _Antw._ 6 Ellen 4 palmen. 20. Het schoollokaal te _Kapelle_, dat den vorm van eenen regthoek heeft, is 16 ellen lang en 8 breed. Als hetzelve nu 4 maal grooter is dan een ander schoolgebouw, welke lengte en breedte heeft dan dit laatste? _Antw._ Lang 8 ellen en breed 4 ellen. 21. Daar zijn twee gelijkvormige onregelmatige vijfhoeken, waarvan de eerste vijfmaal zoo groot is als de tweede; zoo nu de zijden van den laatsten 7, 8, 9, 10 en 11 ellen lang zijn, hoe lang zijn dan de zijden van den eersten? --- --- --- --- --- _Antw._ 7 _2 / 5 , 8 _
PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>   >|  



Top keywords:

palmen

 

zijden

 
driehoek
 

roeden

 

andere

 

duimen

 
vraagt
 
eersten
 

opstaande

 

driehoeken


gelijkvormige
 
inhoud
 
anderen
 

grooter

 

vierkante

 

deelen

 
kleinste
 

waarvan

 

beenen

 

deszelfs


laatsten

 

Kapelle

 

regthoek

 

schoollokaal

 

gelijkbeenige

 

kwadraat

 

wetende

 

hetzelve

 

eerste

 

vijfhoeken


onregelmatige

 

vijfmaal

 

tweede

 

hebben

 

schoolgebouw

 
lengte
 
laatste
 

breedte

 

Iemand

 

schuinsche


gedeeld
 
worden
 

langste

 

kortste

 

getrokken

 

regthoekszijde

 
gelijkvormig
 

evenwijdig

 
regthoekigen
 

hypothenusa