FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   >>  
de _aanleg_ of de breedte van het benedenvlak. S.3. DCBI wordt de _kruin_ des dijks genoemd, zijnde hiervan CD de breedte en CH de lengte. S.4. De perpendiculaire afstand CF tusschen het boven- en benedenvlak des dijks heet _hoogte_. S.5 De schuinsche afwijking van de hoogte, zie AE en FB, wordt _dorsering_ genoemd. S.6. Men zegt, dat de _dorsering_ el op el is, als op elke el hoogte ook eene el afwijking gemeten wordt. S.7. Door het _profil_ of de _doorsnede_ verstaat men het vlak ABCD, hetwelk zich vertoont, als men den dijk loodregt afgraaft. S.8. Keert men de figuur in gedachten om, dan stelt dezelve eene gracht voor, waarvan alsdan AB den naam van aanleg behoudt, doch DCHI dien van _bodem_ en CF dien van _diepte_ draagt. S.9. De inhoud van eenen dijk of van eene gracht, welks vlakken van doorsnijding loodregt op de lengte overal even groot zijn, wordt gevonden door het profil met de lengte van den dijk of de gracht te vermenigvuldigen. VOORSTELLEN. 1. Eene gracht, die 28 ellen lang en 2 ellen diep is, heeft in den aanleg eene breedte van 3 ellen 5 palmen en in den bodem van 1 el 5 palmen. Hoe veel kubieke ellen aarde heeft men bij het graven van deze gracht moeten verwerken? _Antw._ 140 Kubieke ellen. 2. Men wil eenig land bedijken, en bevindt, dat de dijk 360 ellen lang moet wezen; zoo nu deszelfs aanleg 18, de hoogte 6 en de kruinsbreedte 7 ellen moet zijn, hoe veel kubieke ellen aarde zijn er dan tot het daarstellen van dezen dijk noodig? _Antw._ 27000 Kubieke ellen. 3. Om de benoodigde aarde voor dezen dijk te verkrijgen, wil men langs denzelven eene gracht graven van gelijke lengte, welke van boven 40 en van onder 30 ellen moet zijn; indien men nu vooronderstelt, dat de aarde 1 --- indroogt, hoe diep zal dan de gracht moeten wezen? 5 _Antw._ 2 Ellen 6 palm. 7 duim 9 strep. ruim. 4. Van eenen dijk, welke 120 roeden lang is, is de loodregte hoogte 6 ellen en de breedte der kruin 5 ellen; aan den eenen kant van den dijk heeft men eene dorsering van 5 palmen en aan den anderen kant van 3 palmen op elke el. Hoe veel kubieke ellen aarde bevat deze dijk? _Antw._ 5328 Kubieke ellen aarde. 5. Een dijk is 500 ellen lang, de loodregte hoogte is 6 ellen en de aanleg 40 ellen; als nu de buiten-dorsering op elke el hoogte 4 ellen aanleg en de binnen-dorsering op gelijke hoogte 2 ellen aanleg heeft, hoe veel vierkante ellen is dan het profil, en hoe veel kubieke ellen aarde bevat
PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   >>  



Top keywords:

hoogte

 

aanleg

 

gracht

 
dorsering
 

palmen

 
breedte
 

lengte

 
kubieke
 

Kubieke

 
profil

gelijke

 
graven
 
moeten
 
loodregte
 

afwijking

 
benedenvlak
 

genoemd

 

loodregt

 

kruinsbreedte

 
bevindt

bedijken

 

deszelfs

 
vooronderstelt
 

roeden

 

anderen

 

binnen

 

vierkante

 

buiten

 

benoodigde

 

noodig


daarstellen

 

verkrijgen

 

verwerken

 
indroogt
 

indien

 

denzelven

 
inhoud
 

verstaat

 
doorsnede
 

gemeten


hetwelk

 
afgraaft
 

vertoont

 
hiervan
 

zijnde

 

perpendiculaire

 
afstand
 

schuinsche

 

tusschen

 

figuur