e van hetzelve.
_Antw._ 6 Vierk. ellen 28 vierk. palmen.
2. Van eenen cilinder is de diameter van het grondvlak 5 palmen en de
hoogte 3 ellen 2 palmen 4 duimen; hoe groot is de ronde oppervlakte van
denzelven?
_Antw._ 5 Vierk. ellen 8 vierk. palmen 68 vierk. duimen.
3. Hoe veel is de oppervlakte van eenen cilinder, het grond- en
bovenvlak medegerekend, waarvan de diameter van het grondvlak 1 palm en
de hoogte 7 ellen 8 palmen 4 duimen is?
_Antw._ 2 Vierk. ellen 47 vierk. palmen 74 vierk. duimen 60 vierk.
strepen.
4. De ronde oppervlakte van eenen cilinder is 4 vierk. ellen 92 vierk.
palmen 35 vierk. duimen 20 vierk. strepen; als de middellijn van het
grondvlak 1 palm is, welke hoogte heeft dan de cilinder?
_Antw._ 15 Ellen 6 palmen 8 duimen.
5. De ronde oppervlakte van eenen molensteen is 1 vierk. el 41 vierk.
palmen 30 vierk. duimen; zoo nu de dikte 3 palmen is, hoe lang is dan
deszelfs diameter?
_Antw._ 1 El 5 palmen.
6. Indien de hoogte van eenen cilinder 6 ellen 3 palmen 8 duimen is, en
de middellijn van het grondvlak eene lengte heeft van 2 palmen 5 duimen,
hoe veel ligchamelijken inhoud bevat dezelve dan?
_Antw._ 313 Kub. palmen 18 kub. duimen 750 kub. strepen.
7. Een ronde pilaar is in omtrek 6 ellen 2 palmen 8 duimen, en deszelfs
hoogte is viermaal grooter dan zijne middellijn; hoe veel is de kubieke
inhoud?
_Antw._ 31 Kub. ellen 400 kub. palmen.
8. Van eenen kegel is de omtrek van het grondvlak 7 palmen 8 duimen 5
strepen en de schuinsche zijde 2 ellen 5 palmen 6 duimen 8 strepen; men
vraagt naar de ronde oppervlakte.
_Antw._ 1 Vierkante el 79 vierkante duimen 40 vierkante strepen.
9. Van eenen kegel is de loodregte hoogte 4 ellen en de diameter van het
grondvlak 6 ellen; men vraagt naar de ronde oppervlakte.
_Antw._ 47 Vierk. ellen 10 vierk. palmen.
10. De schuinsche zijde van eenen afgeknotten kegel is 6 palmen, de
diameter van het bovenvlak 1 palm en die van het grondvlak 4 palmen; hoe
veel vierkante palmen lood is er noodig om de ronde oppervlakte van dit
ligchaam te bekleeden?
_Antw._ 94 Vierk. palmen 20 vierk. duimen.
11. Van eenen afgeknotten kegel is de loodregte hoogte 4 ellen, de
diameter van het bovenvlak 5 ellen en die van het grondvlak 8 ellen; men
vraagt naar de ronde oppervlakte.
_Antw._ 87 Vierk. ellen 15 vierk. palmen.
12. Hoe veel bedraagt de kubieke inhoud van eenen kegel, waarvan de
hoogte 3 ellen 5 palmen 7 duimen 8 strepen en de omtrek van
|