is, dat de lengte-eenheden van deze
1
loodlijn = ---- van de vlakte-eenheden van den inhoud des kleinsten
10
driehoeks zijn, hoe lang zijn dan de zijden van deze regthoekige
driehoeken?
_Antw._ Van den kleinsten 15, 20 en 25, van den grootsten 15, 36 en 39.
77. Eene ton, in de gedaante van eenen cilinder, bevat 1 vat 76 kannen
water, en is daardoor tot op de hoogte van 1 el 4 palmen gevuld, zoodat
1
het --- van de ton nog ledig is. Regtstandig in dezelve plaatst men
8
eenen cilinder van gelijke hoogte als de ton, waardoor de oppervlakte
van het water juist met den rand der ton gelijk staat. Men vraagt naar
de middellijn der ton en des cilinders. (Verhouding van ARCHIMEDES.)
_Antw._ De middellijn der ton 4 palmen, die des cilinders 1,414 palm
nagenoeg.
78. Een bak, welke 8 palmen lang, breed en diep is, heeft men ter hoogte
1
van 6 palmen met water gevuld. Zoo men er eenen looden kogel van 5 ---
4
palm middellijn in dompelt, hoe hoog zal dan het water in den bak staan?
(Verh. van ARCHIMEDES.)
_Antw._ 7,184 Palm nagenoeg.
79. In eenen halven cirkel zijn twee loodlijnen van den diameter tot aan
den omtrek getrokken, waarvan de eene lang is 12 en de andere 16 palmen;
dezelve staan op den diameter 28 palmen van elkander. Men vraagt naar
den diameter.
_Antw._ 4 Ellen.
80. In eenen regthoekigen driehoek is uit den regten hoek eene lijn tot
aan het midden der schuinsche zijde getrokken, en uit den scherpen hoek
aan de bazis eene loodlijn op die lijn neergelaten. Zoo nu deze loodlijn
24 duimen lang is, en de bazis tot de opstaande regthoekszijde in reden
staat als 3 : 4, vraagt men naar de zijden des driehoeks.
_Antw._ 30, 40 en 20 duimen.
81. Eene cilindervormige tobbe, waarvan de middellijn des bodems 5
palmen, en de hoogte 2 palmen is, giet men vol kokend water; hoe zwaar
weegt dezelve, als een kubieke palm kokend water 0,75 lb en het hout van
de tobbe 25 lb weegt?
_Antw._ 54,4525 lb.
82. Van eene afgeknotte piramide is de hoogte 10 ellen, het grondvlak
256 vierkante ellen en het bovenvlak 196 vierkante ellen. Hoe lang is de
geheele piramide en het afgesneden stuk?
_Antw._ De geheele piramide 80 en het afgesneden stuk 70 ellen.
83. In een regthoekig stuk land is op 12 roeden afstand van eene der
kortste zijden eene haag g
|