1. Trek den kubiek-wortel uit 39304, uit 704969 en uit 78953598.
_Antw._ 34, 89 en 429.
2. Welke is de kubiek-wortel uit 167284151 en uit 225866529?
_Antw._ 551 en 609.
3. Hoe veel is de kubiek-wortel uit 73034632?
_Antw._ 418.
4. Trek den kubiek-wortel uit 367365007.
_Antw._ 1543.
5. Hoe veel is de kubiek-wortel uit het getal 53497400832?
_Antw._ 3768.
6. Welke is de kubiek-wortel uit het getal 35184372088832?
_Antw._ 32768.
7. Hoe veel is de kubiek-wortel uit het getal 281474976710656?
_Antw._ 65536.
8. Vind den kubiek-wortel uit 2251799813685248.
_Antw._ 131072.
9. Welke is de kubiek-wortel uit het getal 22762660963735440852831?
_Antw._ 28340511
-------------------------
10. Waaraan is _3 / 32769256464059044417929 gelijk?
\/
_Antw._ 32000409.
S.5. Uit vele getallen kan de kubiek-wortel niet volkomen, maar alleen
bij benadering gevonden worden; zulke getallen noemt men _onvolkomene_
kubiek-getallen, in tegenoverstelling van de zulke, waarvan de kubiek-
wortel juist opgaat, en die den naam dragen van _volkomene_ kubiek-
getallen.
S.6. Om uit onvolkomene kubiek-getallen den wortel te trekken, volge men
dezen regel: Wanneer men aan het laatste vak gekomen is, plaatst men
achter het gevondene gedeelte van den wortel een scheidteeken, en achter
de rest van de bewerking drie nullen; op deze wijze gaat men voort, tot
dat men een genoegzaam getal cijfers der tiendeelige breuk gevonden
heeft.
VOORSTELLEN.
1. Zoek den naasten kubiek-wortel uit 2.
_Antw._ 1,2599210.
2. Welke is de naaste kubiek-wortel uit 5?
_Antw._ 1,7099759.
3. Vind bij benadering den kubiek-wortel uit 7.
_Antw._ 1,9129311.
4. Welke is de kubiek-wortel uit 9?
_Antw._ 2,0800838.
----
5. Waaraan is _3 / 10 gelijk?
\/
_Antw._ Aan 2,1544347.
S.7. Om den kubiek-wortel uit eene tiendeelige breuk te trekken, deele
men, van het scheidteeken af, de geheelen van de regter--naar de
linkerhand en de tiendeeligen van de linker--naar de regterhand, van
drie tot drie cijfers af, en trekke den wortel op de gewone wijze, mits
plaatsende het scheidteeken in den wortel op zijne behoorlijke plaats.
VOORSTELLEN.
1. Vind den kubiek-wortel uit 0,027.
_Antw._ 0,3.
2. Hoe veel is de kubiek-wortel uit 0,000216?
_Antw._ 0,06.
3. Trek den kubiek-wortel uit 0,000016003008.
_Antw._ 0,0252.
-----------
|