FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95  
96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  
linde had een nieuwen prijs geboden en weer dezelfde stem die afhoogde. Hij had gekeken om den kerel te kennen die hem zoo kwam opjagen, hij zou zoeken hem te bewilligen met schoone woorden en wat drinkgeld,--hij dacht nog dat hij van perceel of koop gemist was, vroeg inlichting aan zijnen gebuur en als hij weer het hoofd hief om meer te bieden: "Verbleven! Proficiat!" en toen was het gebleken dat Vanhoutte kooper was en Verlinde gefopt stond! Dat was hem toen als een steensmete op 't hert gevallen; hij stond verdutst eerst, geloofde het niet en binst hij nog aan 't dubben was, besluiteloos en verdwaasd, was de weide ook aan Vanhoutte toegeslegen. Dien avond was Verlinde met geslotene lippen naar huis getrokken, maar inwendig had hij geweldig gevloekt. Aan zijne vrouw had hij geen woord gezegd. Op dien stond was zijn spijt zoozeer niet om het land--dat hij toch wel missen kon--maar omdat 't voor al de menschen nu bekend was dat hij dommelijk gefopt werd en dat zijn gebuur, zijn vriend--de boer waarmede hij deur en deur woonde, waarmede hij dagelijks omging, hem zoo verraderlijk bedrogen had. Zijne woede had hij stil binnen gehouden, al zijne redens had hij verkropt, maar sedertdien was er een wantrouwen in hem ontstaan, een zwart ongeloof aan alle mogelijke genegenheid of vriendschap, eene verbolgenheid tegen al de menschen op de wereld, en toen besloot hij voor altijd zijne deuren gesloten te houden. Hij zweeg en vocht inwendig tegen den drang van zijn hert dat wilde toegeven, vergeten en vrede maken. Want de tijd was daarover gegleden en de menschen hadden reeds vergeten van waar het ongelijk kwam, ze verdraaiden de zaak en omdat hij niet mede wilde, veroordeelden zij Verlinde om zijn norsche koppigheid. Vanhoutte had er immers eene lachreden van gemaakt en in zijne lichthartigheid had hij getaterd en gezongen alsof er niets gebeurd was en de dorpelingen wilden hem ook geen kwaad om den kleinen streek, dien hij zijnen gierigen gebuur gespeeld had. Verlinde echter kon of wilde niet vergeten; al de dingen waarop hij keek herinnerden hem aan 't geleden onrecht--hij moest stand houden, zonder herstelling kon hij niet toegeven; een woord ware genoeg, maar het woord moest er komen en hij droeg gelaten de gedurige drukking van 't ongelijk dat de menschen hem aandeden. In zijn binnenste verjoeg hij den drang die hem dwong toe te geven en weer te keeren in den kring van gezonde leutigheid, bij de lachende menschen en hij do
PREV.   NEXT  
|<   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95  
96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  



Top keywords:
menschen
 

Verlinde

 
Vanhoutte
 
vergeten
 

gebuur

 

toegeven

 

inwendig

 

ongelijk

 

waarmede

 
gefopt

houden

 

zijnen

 
mogelijke
 
genegenheid
 
vriendschap
 

verdraaiden

 
veroordeelden
 
hadden
 

besloot

 

altijd


deuren

 

wereld

 

verbolgenheid

 

daarover

 

gegleden

 
gesloten
 
gelaten
 

gedurige

 

drukking

 

genoeg


onrecht
 
zonder
 

herstelling

 

aandeden

 
gezonde
 
leutigheid
 

keeren

 

binnenste

 

verjoeg

 
geleden

herinnerden

 

gezongen

 

lachende

 
ongeloof
 

getaterd

 
lichthartigheid
 

koppigheid

 

immers

 

lachreden

 

gemaakt