FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115  
116   117   118   119   >>  
en een dikken baai over zijn ronden buik. Zijn rood, bleuzend wezen loech vriendelijk verrast, met een greintje spotlust en hij groette al van ver: --Ha, ha! jonge kerels, ge komt 'ne keer de streke bezien en de menschen! welgekomen. Pier-Cies! riep hij luide naar buiten, steek die schoone peerden op stal. --Danke, boer, danke, begon Andre, we hebben weinig tijd, we zullen maar even afspringen en u goendag zeggen. Ze merkten reeds dat de boer aan zulke bezoeken gewend was en de twee kerels gevoelden zich daardoor op den stond gemakkelijk en ongedwongen. Een vlasharige, halfvolgroeide koeier kwam uit den stal naar de peerden toe. --Pier-Cies, ge zult hier bij de peerden blijven. Terwijl kwam de boer, als kenner en liefhebber, nader bij de beesten zien. --Een kostelijke reun, meende hij, en dat.... --Een tweejaarsche merrie, zei Andre op zijn peerd doelend. --Kostelijke beesten! en de boer smekte er bij van bewondering. --Komt gij van ver, als ik vragen mag? Ik ken veel menschen, maar 't jong volk groeit boven mijn hoofd. --g'Hebt nog gehoord van den Hoogen Doorn? vroeg Odo. --Zeker, zeker, loech de boer, 'k ben er dikwijls geweest! wie zou boer Verschaeve niet gekend hebben!? g'En zijt toch nooit zijn zoon? --Wel en zeker. --En 't Berkenhof, kent ge dat? vroeg Andre. --Boer Vanmarcke? zeker, 'k heb hem veel peerden helpen koopen en vrouw Vermeulen ken ik best. Maar dat is nu langen tijd geleden. De naam van eene hofstee draagt al de faam en de weerdigheid en den rijkdom in den klank zelf van het woord en elken boer is daarmede goed bekend. Over heel de streek blijft dat onveranderlijk en vast en duidelijk omdat het van vader tot zoon, ver en wijd vermaard is, evenals de honderdjarige linden aan 't hofgat. 't Gewicht en weerde van belaai en rijkdom van land ligt voor elk ende een open onder den blooten hemel en 't valt te schatten voor al wie tellen kan en van de zaken op de hoogte is. Met 't vermelden van die twee namen, klaarde 't aangezicht van den boer ineens op, zijne handen bleven alevenwel gerust in zijne broekzakken zitten, maar hij draaide den rug en ging binnen, zonder ommezien, in de overtuiging dat de bezoekers, zonder verdere uitnoodiging, hem wel volgen zouden. --Zet u maar wat bij 't vuur, kerels, we gaan kouten, we zijn immers oude kennissen. Hij zat al gemakkelijk in zijnen hoogen stoel bij den heerd en streek met de handen over zijn rond gevulden baai. --Wel, j
PREV.   NEXT  
|<   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115  
116   117   118   119   >>  



Top keywords:
peerden
 

kerels

 
handen
 
hebben
 

streek

 

beesten

 

rijkdom

 

gemakkelijk

 

menschen

 
zonder

daarmede

 

bekend

 
kennissen
 
immers
 
duidelijk
 

onveranderlijk

 
kouten
 
blijft
 

langen

 

geleden


gevulden

 

weerdigheid

 

Vermeulen

 

zijnen

 

hoogen

 
hofstee
 
draagt
 

koopen

 

honderdjarige

 

vermelden


klaarde
 
aangezicht
 

verdere

 

hoogte

 
tellen
 
helpen
 

bezoekers

 

ineens

 

zitten

 
draaide

binnen

 

broekzakken

 

gerust

 
overtuiging
 

bleven

 
alevenwel
 

ommezien

 

uitnoodiging

 

schatten

 

weerde