ongens, Berkenhof en den Hoogen Doorn! dat zijn twee hoven zoo
oud als 't land! En in zijn gedacht kwam heel die reeks stevige boeren
en burgemeesters, die rijke als koningen, daar geheerscht hadden over
hunne wijde werf en 't land er rond. Ze zaten er van over oude tijden
muurvast en warm geland; 't waren eigenzinnige, koppige tjokken, hard
als eekenhout, maar goedaardig met 't volk en wreed met de vijanden.
Andre knipte een oog naar Odo om te bedieden dat zijne wedding gewonnen
was. De andere had geen tijd te antwoorden, al zijne oogen waren op de
twee deernen,--dat sloeg hem eerst met verbazing--zulk vrouwvolk had hij
nooit gezien, en zijn eerste gedacht was: dat zijn eigen zuster en Ida
ook, daar begijntjes bij waren en meisjes van niemendal! 't Geen de twee
bezoekers trof was: de wijde, ouderwetsche, glimnette keuken, waar alles
in schoone orde geschikt stond, maar 't meest greide het hen in de
oogen te kijken van die twee prachtige dochters, de bruine en de blonde,
die hen zoo vrank in 't gelaat loechen. In 't begin stonden Odo en Andre
er wat mijde voor en in 't eerste kennismaken hielden zij zich nog op
hun weerhouden, maar op het bloeiend wezen en den openen glimlach der
twee freulen was het genoeg te zien dat zij met geen beschroomdheid
gediend waren, dat ze aan bezoek van vreemde liefhebbers hun genoegen
hadden. Al stonden ze op de kloefen, kortgerokt en den balen voorschoot
aan, ze bloosden maar niet van schaamte en ze hadden leute om hunne
verwaarloosde, vreemde zondagdracht.
--De meiden zijn naar 't dorp en wij waren tewege naar den stal, zegde
de oudste.
--Dat gebeurt bij ons ook, doe maar vrij, merkte Odo. En hoeveel koeien
hebt ge te melken, Anna? en hij duwde op dien naam, met slimmen toon.
De deerne keek verrast op en heur mond plooide gereed om 't uit te
schateren, maar eer ze iets kon zeggen:
--En gij, Paula? vroeg Andre.
Ze bezagen elkaar en dan kikkerden zij om de aardigheid dat twee
jonkheden die zij nooit gezien hadden, hun naam kenden! z'En dachten er
niet aan de vrage te beantwoorden en bleven staan lachen en de boer ook
dreunde daarbij met volle geweld.
Toen stonden de bezoekers nog recht, en nu merkten de dochters eerst
hunne nalatigheid. Anna en Paula snapten te gelijkertijd naar stoelen
en:
--Zet u, gasten; vader, wat moet ik opbrengen?
--Eerst een kanne bier om te beginnen, als ge in den stal gedaan hebt
kunt ge eten gereed doen--of 't en ware de heeren nu iets wilden
|