FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27  
28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   >>   >|  
't luisteren, ging ze dan weg in een slaap zonder droomen. Zoo ook dien nacht. Vroeg was ze, gesust door de dennen, gaan slapen, nog in 't schemerlicht, dat sluierend neerhing. Heel lang had haar rust niet geduurd, toen ze opeens ontwaakte, omdat er iets tegen haar aanstootte. Ze keek op, nog duizelig van den plotselingen overgang in de werkelijkheid uit geheel vergeten er van, en zag een wonderlijk voorwerp vlak bij zich, dat een heel eind boven haar uitstak. Het had een indrukwekkend voorkomen in haar oogen, en zag met wijsgeerig air neer op 't kleine bloempje. De kant die naar haar toegekeerd was, scheen in 't onzekere licht doezelig wit; den anderen, grijs-groenen kant kon ze maar even zien. Boven het breede, zacht-witte lichaam zat een driehoekige, platte kop, met grooten mond en uitpuilende oogen. Twee pooten waren gevouwen onder de schaduw van het lijf en twee pooten steunden de houding van omhoog zitten, en wijs neerzien. Nog te weinig wakker om angstig te zijn, riep 't viooltje: --He, wat is dat? --Ik ben het! Neem me niet kwalijk, dat ik zoo onbeleefd je slaap stoor! 't Was bij ongeluk! --Maar wie ben je? --Ik heet kikker! --Wat doe je hier? --Wel, springen, natuurlijk! --Waarom? --Waarom! waarom! omdat ik het doe! --Moet je het dan doen? --Ja, af en toe, als ik niet stil zit. Je kunt toch niet altijd op dezelfde plaats blijven! --Waarom niet? 't Viooltje was nu goed wakker, en keek onschuldig-open den kikker aan. --Hoor eens, zei deze, als je nu nog een keer "waarom" vraagt, ga ik heen. Ik wil graag wat met je praten; maar je moet me beloven geen "waarom" meer te zeggen. Dat is een onaangename gewoonte, die me altijd erg uit mijn humeur brengt. --Dan zal ik het niet meer doen. Blijf maar wat bij me. Ik ben altijd zoo alleen hier! Vertel me eens wat! Waar kom je vandaan? --Op 't oogenblik van den straatweg. --Wat is dat? --Een breed pad, dat moeilijk te begaan is, omdat ze er allemaal steenen in geslagen hebben, met kieren tusschen iederen steen, en hoogtes, en laagtes, dat je een goede borst moet hebben om er over heen te komen. Gelukkig heb ik die nog al. De kikker blies zich eens een beetje op, en haalde diep adem, zoodat zijn wit en grijs gevlekte borst opbolde. --Wat deedt je op den straatweg? vroeg 't viooltje. --Och, ik ga daar wel eens heen om menschen te zien! --Wat zijn menschen? --Dieren, net als ik, maar veel, veel grooter. Zie je, jij b
PREV.   NEXT  
|<   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27  
28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   >>   >|  



Top keywords:
kikker
 

altijd

 

waarom

 

Waarom

 

hebben

 
straatweg
 

menschen

 

wakker

 

pooten

 

viooltje


praten

 

vraagt

 

beloven

 

zeggen

 
dezelfde
 

plaats

 

onschuldig

 
blijven
 
Viooltje
 

beetje


haalde
 

Gelukkig

 
laagtes
 

hoogtes

 

zoodat

 

gevlekte

 

grooter

 

Dieren

 

opbolde

 

iederen


alleen

 
Vertel
 
natuurlijk
 

brengt

 

gewoonte

 

onaangename

 

humeur

 

vandaan

 

steenen

 

allemaal


geslagen

 

kieren

 

tusschen

 

begaan

 
moeilijk
 

oogenblik

 

angstig

 
werkelijkheid
 
overgang
 

geheel