FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67  
68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  
vel. Tegen dien heuvel aan, stond half in de zon, half beschaduwd door een grooten boom, een klein huisje met riet gedekt. --Daar wonen we! zei Elze: Vader en ik. Op het zachtbruine dak van het huisje, en tusschen de even-ritselende bladeren van den beschuttenden boom, zaten veel witte duiven, die zoodra ze Elze zagen naderen, als groote witte sneeuwvlokken op haar hoofd en schouders daalden, voor zoover zij een plaatsje konden vinden. De traagsten bleven met hun eigenaardig zwiepend wiek-geluid rond haar heen zweven, of stapten als kleine herauten voor haar uit. Lachend als een watervalletje in de zon, jaagde het meisje hen op, toen ze bij het huisje gekomen was. Ze stiet de deur open, en met een aardig-waardige hand-beweging noodde ze den prins binnen te treden. --Kom! zei ze: Je zult wel honger hebben. Een beetje voorzichtig ging de prins zitten, op een van de eenvoudige houten stoelen, die er zoo helder uitzagen alsof ze pas nieuw waren. Voor het raam stonden bloeiende planten; en een groot, houten Christusbeeld zag vriendelijk in het zonnige vertrekje neer. Overal hingen mooi-gedroogde varens, ook glanzend-gele hopranken, en roode eikeblaren. Elze dekte vlug de tafel. Kalm en onhoorbaar als van een wit katje waren hare bewegingen. De prins staarde haar aan. Hij wist niets te zeggen. Overal volgden zijn droomerige oogen haar, en hij begon zich te voelen, of hij na lang zwerven eindelijk thuis was. Toen Elze gereed was, zei ze: --Vreemdeling, eet en drink! Maar de prins schudde het hoofd: hij had geen honger. --Dan wachten we op vader, stelde het meisje voor. Kom mee, buiten op de bank, in de zon. 't Is daar heerlijk nu. Samen gingen ze zitten op een bank voor het huisje, terwijl de witte duiven om hen heen dwaalden, en hun best deden om door Elze opgemerkt te worden. Nog altijd zweeg de prins. --Maar zeg dan toch eens iets! riep Elze eindelijk. --Ik moet zooveel denken! --Denk dan maar hardop.... Als 't stil is hoor ik mezelve zoo!... --Woon je hier altijd? --Ja, met vader. Vader is eigenlijk boschwachter; maar al sedert jaren verdient hij met zoeken van geneeskrachtige kruiden wat we noodig hebben. Het bosch behoort den koning; maar die is oud en jaagt niet meer; zoodat hij er niet naar omziet, hoe de boomen hier groeien. Ik vind dat wel prettig.... Ze groeien nu zoo mooi! Het geld dat vader eigenlijk moest verdienen, krijgt hij al lang niet meer, en.... --Maar dat komt
PREV.   NEXT  
|<   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67  
68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  



Top keywords:

huisje

 
altijd
 

meisje

 

Overal

 

eindelijk

 

honger

 

eigenlijk

 

hebben

 
houten
 

zitten


groeien

 

duiven

 

krijgt

 

wachten

 

schudde

 
verdienen
 

koning

 

omziet

 
buiten
 

stelde


gereed

 

droomerige

 

volgden

 

zeggen

 
zoodat
 

heerlijk

 

Vreemdeling

 

voelen

 

zwerven

 

gingen


denken

 

staarde

 
hardop
 
zooveel
 

zoeken

 

verdient

 

sedert

 

boschwachter

 

mezelve

 

prettig


geneeskrachtige

 
dwaalden
 

noodig

 

boomen

 

terwijl

 

kruiden

 

opgemerkt

 

worden

 
behoort
 
Christusbeeld