FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66  
67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  
k heb dit liedje altijd gekend.... Ik denk dat mijn moeder het me heeft geleerd ... lang geleden.... Mijn hart zong binnen in me dezen morgen, en dan doe ik het ook.... Mijn hart wou dit liedje zingen.... Maar waarom zie je mij zoo aan? Ik ben Elze maar! Waar ga je heen? --Ik wil hier blijven! Nu schaterde een helder triller-lachje van Elze langs de ernstig-luisterende boom-stammen. --Hier? Nu, goed! Help me dan aardbezien plukken. Je bent zeker verdwaald! Kom, als mijn mandje vol is, zal ik je mee naar huis nemen. Vader heeft een moeden vreemdeling nog nooit rust en lafenis geweigerd. Elze trok den prins plagend mee aan de hand, door het dichte kreupelhout, vroolijk lachend om de booze takken, die hen soms niet door wilden laten en nijdig achter hen dicht sloegen. De prins volgde haar gedwee, evenals zij het gelaat met de eene hand beschermend totdat beiden aan een plek in 't bosch kwamen, waar de zon kleine, verleidelijk geurende aardbezien rijp had gekust. Elze begon ijverig te zoeken. Haar lange, vroolijke golf-haren zwierden om haar ooren, en bleven soms even vast-haken aan een weelderig gegroeide plant. De prins zag verlegen toe. Hij wist wel hoe aardbezien groeien, en kende ook hun Latijnschen naam; maar hij had ze nooit met eigen hand geplukt. Aarzelend bukte hij zich, en wierp een mooi, rood vruchtje in Elze's mandje; en weldra zocht hij even ijverig onder de beschuttende groene blaadjes als het meisje, wier helder schater-lachje telkens vroolijk uitschoot, alsof ze 't maar met moeite vasthield achter haar half-open lippen. En als de prins en zij, bij vergissing, hetzelfde vruchtje wilde grijpen, vermengde hun beider lachen zich, en dan raakten de diepe, wachtende hemelen in beider oogen even elkaar aan. Dan bleven de zoekende handen een poos samen, en vergaten het schalks uit de blaren kijkende vruchtje, tot beiden blozend en verward de oogen neersloegen, bang van vreugde. Eindelijk zei Elze: --Zie, ik heb genoeg. Draag jij nu het mandje. Ze wierp haar lange haren als een bundel zonnestralen op den rug, en sloop nu alleen het kreupelhout in, telkens even wachtend op den prins, die het mandje met rood-glimmende bezien heel voorzichtig droeg, haar langzaam volgende. Aan het boschpad gekomen, gingen ze een poos sprakeloos naast elkaar. --Waarom zeg je niets? vroeg eindelijk de prins, omdat het zwijgen hem drukte. --Omdat jij niets zegt! Het kronkelende pad volgend, kwamen ze bij een heu
PREV.   NEXT  
|<   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66  
67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  



Top keywords:

mandje

 
aardbezien
 

vruchtje

 

kreupelhout

 

vroolijk

 

elkaar

 

achter

 

ijverig

 
bleven
 

kwamen


telkens

 

beiden

 

beider

 

helder

 

liedje

 
lachje
 

grijpen

 

vergissing

 
hetzelfde
 

vermengde


raakten

 

handen

 

zoekende

 

altijd

 
vergaten
 

gekend

 

wachtende

 

hemelen

 

lachen

 

weldra


beschuttende

 

geleerd

 
Aarzelend
 
geleden
 

groene

 

blaadjes

 

vasthield

 

moeite

 

schalks

 

lippen


uitschoot

 
meisje
 

schater

 

moeder

 

blozend

 

sprakeloos

 

Waarom

 

gingen

 
gekomen
 
langzaam