FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65  
66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  
der eten. Maar als je met je lichaam verdwaalt in dit bosch, kom je om van honger, voor je er uit bent. Houd dezen weg in ieder geval. Ga al maar rechtuit; dan kom je tenminste tegen den avond aan bewoonde streken. Dorst zal je niet lijden; want verder op is een beekje; en wilde aardbezien kan je genoeg plukken, om je ergsten honger te stillen. En nog iets, denk er aan: de Liefde heeft honderden gangen, de een schijnbaar al mooier dan de ander; maar ze loopen allemaal dood, op een na. --Dank je, zei de prins en ging verder. De heldere, oude oogen zagen den fraai gekleeden jongen man nog even na. Toen verdween de grijze mantel weer tusschen de lage takken langs het pad. --Heel lang zal hij niet behoeven te zoeken! lachten de spotachtig geplooide lippen, terwijl de scherpziende oogen de hand die geneeskrachtige kruiden zocht, voorgingen. De prins wandelde weer langzaam verder, het bemoste pad op, en keek naar den grond, waar zonne-warmte het natte mos begon te grijpen, en den morgendauw opdronk, die zich in fijne druppels aan de fluweelige plantjes had gehecht. Het hief zich op, veerkrachtig en zoo hoog het kon, zoodat zijn voeten traden als over dik tapijt. Opeens hoort hij zingen. Hij kijkt op, en, omlijst door een stroom van blonde, golvende haren, ziet hij een blank gezichtje, en, als geboeid, in twee heldere, blauwe oogen, groot en open als een lentelucht. Een wit kleedje schemert in zijn denken als een belichaamde droom ... het kleedje van een meisje, dat even verwonderd als hij, bleef steken in het liedje dat ze zong: De vogeltjes zingen 't, en ieder weet, De liefde geeft beide: geluk en .... Verder was ze nog niet gekomen, toen ze opeens vlak voor den prins stond, dien ze door een kromming van het pad niet aan had zien komen. --Wie heeft je dat liedje geleerd? vroeg de prins haastig. --Dat ben ik vergeten, lachte het meisje. Ik heb het altijd gekend! --Ben jij de Liefde? zei de prins, en greep haar hand, terwijl hij wonderlijk beefde. Behalve zijn voedster-moeder, had hij nooit anders dan oude hofdames gezien aan het hof van zijn vader; zoodat het ontmoeten van een jong, lief meisje hem als een openbaring was. Weer lachte het meisje. --Neen, zei ze, en liet haar hand waar die was. Ik ben Elze maar! --Maar je weet dan toch dat de Liefde geluk is? Je zingt het immers? Waarom zing je het anders? --Och, ik zing ... zoo maar!... net als de vogels!... dan dit, dan een ander wijsje! I
PREV.   NEXT  
|<   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65  
66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>  



Top keywords:

meisje

 

verder

 

Liefde

 

heldere

 

honger

 

lachte

 
kleedje
 

zoodat

 

zingen

 

terwijl


liedje

 

anders

 
lentelucht
 

belichaamde

 

schemert

 

denken

 

verwonderd

 
vogeltjes
 
vogels
 

steken


blonde

 
golvende
 

stroom

 
omlijst
 
blauwe
 

ontmoeten

 

geboeid

 

wijsje

 
gezichtje
 

liefde


beefde

 

wonderlijk

 

Behalve

 

voedster

 

moeder

 

vergeten

 

gekend

 

altijd

 

Waarom

 
haastig

gezien

 
gekomen
 

hofdames

 

Verder

 
immers
 

opeens

 

geleerd

 

kromming

 
openbaring
 

honderden