FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44  
45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   >>   >|  
w, en op 't viooltje, en zweeg ... als alles. Toen zag het viooltje dat het waar was, dat er geen antwoord is.... Eindelijk richtte de Vrouw zich op. Ze streek het blonde haar van het voorhoofd, en 't bloempje zag, hoe strak en recht haar oogen staarden nu, zonder licht er in. --Neem me mee!... neem me mee! fluisterde het. Ik heb het licht gezien op het gelaat van den Man! Ik zal je er van vertellen, altijd! De Vrouw bukte zich, nam het half-doode bloempje, en ging. --Dat was het eenige Licht ... zei ze.... En ze gingen samen verder ... het viooltje stervende, maar bijna tevreden. Ze wist nog wel niet "waarom"; maar ze had de Vrouw wat kunnen troosten, dacht ze. Ze boog haar teer kopje tegen de zachte vingers van de Vrouw, en voelde zich bijna gelukkig zoo. Toen ze dood was, lei de Vrouw haar weg, heel stil, dat niemand het zag... En heel stil, dat niemand het zag, ging ze soms naar het doode bloempje ... om het te zien.... Dan was 't, of uit den dooden violen-geur, zacht-trillend de droeve klacht omhoog steeg: "Waarom?".... "Och, waarom?" ... En die zachte klacht steeg op, in de lucht, hoog boven de aarde, en vermengde zich met veel klachten die daar zweefden.... En toen ... wist niemand waarheen die te zamen gingen. --Naar het Licht ... dacht de Vrouw. Naar het Licht, dat zijn stralen neerzendt in de zielen der menschen, en hun tranen doet schitteren, hoewel het weet, dat het schoone schijnsel niet leven kan op aarde, en dat tranen zwart worden waar ze vallen. Naar het schoone, wreede Licht, dat in heilige oogenblikken de menschenziel aanroert, die rond-zoekt in het donkere leven, en het smachten naar eeuwig geluk, naar eeuwigen vrede, naar eeuwige liefde doet geboren worden. Naar het ondoorgrondelijke Licht, de wreed-zoete Liefde, die op aarde rondzweeft in de gestalte van Weemoed, aankloppende bij alle schoonheidzoekende zielen eenmaal, om daar te sterven. Want het leven, zooals de menschen het gemaakt hebben, doodt alle groote schoonheid, alle eerlijke emotie, langzaam, met zijn zacht nijpende worg-vingers, die niet loslaten. Zoo dacht de Vrouw, als ze het doode viooltje zag. .................. En de kikker vertelde nog dikwijls van de menschen; maar dit vertelde hij niet; want daar was zijn vader niet bij geweest. Later ging hij weer eens 't pad langs, waar het viooltje gestaan had. 't Was er niet meer.--Dood! zei de kikker; en hij sprong verder. 't Weiland verveelde hem;
PREV.   NEXT  
|<   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44  
45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   >>   >|  



Top keywords:

viooltje

 

niemand

 

bloempje

 
menschen
 
waarom
 

verder

 

worden

 

schoone

 

zielen

 

tranen


klacht

 

vingers

 

zachte

 
gingen
 
vertelde
 

kikker

 
heilige
 

wreede

 

menschenziel

 
donkere

smachten

 

eeuwig

 

vallen

 

aanroert

 

oogenblikken

 

schitteren

 
hoewel
 

Weiland

 

verveelde

 
sprong

gestaan

 

schijnsel

 
schoonheidzoekende
 

langzaam

 
emotie
 

nijpende

 

loslaten

 

eenmaal

 

eerlijke

 

hebben


gemaakt

 

groote

 

sterven

 

schoonheid

 

aankloppende

 
Weemoed
 
dikwijls
 

eeuwige

 

zooals

 
eeuwigen