FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53  
54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   >>   >|  
Heel zachtjes, dat de Zon het niet hooren zou, zei ieder wat tegen zijn buurtje. --'t Was dus een tulp, dat vreemde ding! --Zou zij er ook bij zijn? --Ze was kleiner dan een van dezen! --Zie je haar soms? En ze rekten hun tengere halsjes, en keken en keken, en na lang turen en gluren fluisterde het rond onder de madeliefjes: dat "zij" er was... "Zij" had tegen een van hen geknikt, en die had nauwelijks durven terugknikken, nu ze haar zag in zoo groot, en blijkbaar geeerd gezelschap. Maar ze had weer geknikt, en weer, als een goede bekende... Toen had het madeliefje weerom gegroet. Ze had haar herkend aan een vreemd, zwart aartje, op haar rood kleed. Nu groetten al de madeliefjes, "Zij" was immers een goede bekende! Ze was niet eens groot; veel kleiner dan al de andere tulpen! Heelemaal achteraan stond ze! Als ze haar niet gekend hadden, zouden ze haar nooit hebben opgemerkt! Zoo klein was ze onder de tulpen.... Een voor een traden de tulpen nader, aan den troon der Zon die hen richtte. Zij richtte hen naar hun aard en hun soort. Ze verweet geen trotsche houding de tulp met haar steilen, rechten stengel; geen rood kleed de roode, geen vlekken de gespikkelde. Heel op 't laatst was het, dat op een wenk van de Zon, onze kleine, roode tulp aantrad. Ze knikte vriendelijk, toen ze langs de madeliefjes ging, en fluisterde: --Zie je wel! Ik kon niet anders. Ik was een tulp: een ander soort bloem dan jullie! Ik wist wel dat ik niet anders kon; maar jullie niet! Ze lachte nog een keer lief; en toen ze voor den troon der Zon gekomen was, en zich boog, zagen de madeliefjes haar gouden hart, en't zwarte kruis, verborgen in haar kelk, dat ze zoo fier gedragen had ... hoog boven hen uit!.................. Toen bloosden de witte madeliefjes van schaamte, omdat ze haar miskend hadden. Al de topjes van hun fijne, blanke blaadjes werden rood van schaamte. Wat waren ze bang, dat de tulp vertellen zou, hoe ze gedaan hadden; dat zij hen zou aanklagen! Maar de tulp deed dit niet. Toen ze haar leven vertellen moest aan de Zon, zooals al de andere bloemen gedaan hadden, haar leven zoo vol van stil leed, zei ze: dat de madeliefjes het niet helpen konden, omdat ze niet wisten. Ze zei: dat de madeliefjes haar geleerd hadden omhoog te zien, en niet om zich heen ... dat ze haar goed hadden gedaan en geen kwaad ... dat ze ook trotsch en vreemd had gestaan tusschen hen ... dat ze wel eenzaam was geweest ... maar dat de
PREV.   NEXT  
|<   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53  
54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   >>   >|  



Top keywords:
madeliefjes
 

hadden

 

gedaan

 

tulpen

 

vreemd

 
geknikt
 

andere

 

bekende

 

vertellen

 

schaamte


kleiner

 

jullie

 

anders

 

richtte

 
fluisterde
 

gekomen

 

gedragen

 
lachte
 
gouden
 

zwarte


verborgen
 

geleerd

 
omhoog
 

wisten

 

konden

 

helpen

 

tusschen

 

eenzaam

 

geweest

 

gestaan


trotsch

 
bloemen
 
blanke
 

blaadjes

 

topjes

 

bloosden

 

miskend

 

werden

 

zooals

 

aanklagen


opgemerkt

 

terugknikken

 

durven

 

nauwelijks

 
gluren
 

blijkbaar

 

geeerd

 
gegroet
 
herkend
 

weerom