FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  
Allemaal leugens! zei vader, die ze verzinnen, omdat ze eigenlijk niets weten. Nu, ik voor mij, geloof dat vader overdreef. Er zullen toch niet enkel leugens in staan? Wel geloof ik, dat die boeken er ook al weer zijn, om maar veel te doen hebben.-- --Wat is dat nu weer! riep bevend 't viooltje. Over het blank beplekte pad, kwamen twee hooge gedaanten aan: een donkere en een lichte. --Stil, fluisterde de kikker: dat zijn menschen Die zwarte noemen ze: Man; die witte: Vrouw. Houd je doodstil, als ik je raden mag; want je kunt ze nooit vertrouwen. Als ze je zien, nemen ze je mee, en dan gooien ze je soms een eind verder op den weg neer, waar je sterven kunt! Het hoofd van de Vrouw, nu helder in een plek maanlicht, dan donker in de schaduw, was gebogen. Terwijl ze ging, was 't of lichtplekken opkropen tegen haar witte kleed, tot aan haar hoofd, waar ze dan even straalden en verdwenen. Zoo zag het viooltje. Den Man kon ze niet zoo goed zien. Ze zag alleen zijn hoofd lichten, boven het hoofd van de Vrouw. Toen kwam zacht lieve muziek door de stilte. De Vrouw zei: "Wat is het hier mooi!" en zag niet op. De Man zag haar aan, en zei: "Ja." Toen weer stilte. Langzaam, heel langzaam gingen ze voorbij, alsof het zand hun voeten vast hield; en ze spraken niet. --Waarom zeggen ze niets meer? fluisterde 't viooltje, dat hun stemmen mooi vond. --Vader zei altijd: Als ze niets te zeggen hebben, dan praten de menschen; en als ze wel wat te zeggen hebben, dan zwijgen ze. Stom! eenvoudig stom! Het viooltje vond dit heel jammer. Ze had de Vrouw nog zoo gaarne iets hooren zeggen; maar ze zag beiden verder en verder gaan, al maar zwijgend. Opeens hoorde ze in de verte ritselen, en zag ze hen weer komen. --Daar komen ze weer! mopperde de kikker. Met dat gezanik! Je durft je niet te bewegen, zoolang ze in de buurt zijn! Nu was de Man het dichtst bij het viooltje. Hij zag de Vrouw weer aan en zei: "Dit is de laatste avond"; en toen: "Ik heb je nog zooveel te zeggen!".... De Vrouw zag hem ook aan. Het viooltje kon haar oogen niet zien, want haar gezicht was juist in de schaduw; maar geoefend door 't lange luisteren naar het eentonige zingen der dennen, kon ze zien met haar gehoor, en hoorde ze licht in de stem van de Vrouw, die zei: "Zeg liever niets. Het is niet noodig en beter zoo.".... Verder gingen ze weer op het zachte pad, stil als schimmen. Nu, over hun rug, daalden de lichtplekken tot aan h
PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  



Top keywords:
viooltje
 

zeggen

 

verder

 

hebben

 

lichtplekken

 
fluisterde
 

kikker

 

menschen

 

leugens

 

stilte


gingen

 

geloof

 

schaduw

 

hoorde

 
ritselen
 

Opeens

 

hooren

 
beiden
 
zwijgend
 

stemmen


altijd
 

Waarom

 
spraken
 

praten

 

jammer

 

gaarne

 

zwijgen

 

eenvoudig

 

dennen

 

gehoor


zingen

 
eentonige
 
geoefend
 

luisteren

 

schimmen

 

daalden

 

zachte

 

liever

 

noodig

 

Verder


gezicht

 

bewegen

 

zoolang

 

dichtst

 
mopperde
 

gezanik

 

voeten

 
zooveel
 
laatste
 

gedaanten