FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39  
40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   >>   >|  
haar stem zal hebben en in haar oogen, en dat ze het niet laat vallen, op de aarde die het zwart maakt! Vindt de Man dat nu goed? --Die ziet het niet, denk ik! Die heeft weer zooveel te doen, dat hij geen tijd heeft om het te zien, denk ik! --Maar ik bedoel den Man van 's avonds, toen ze zei: "Wat is het mooi hier"; vindt die dat dan goed? --Die heeft natuurlijk ook veel te doen! Daar komt bij de menschen alles op neer, en alles uit voort, zei Vader. Kom, praat eens over wat anders! Je maakt je van streek om niets, 't Is dat jij, klein ding, nog zoo niets gewend bent; anders zou je 't ook heel gewoon vinden. --Moet de Vrouw nu zoo blijven doorpraten, terwijl dat mooie licht weg is? Wat is dat treurig! Maar ik wil het niet, het mag niet!... jammerde het viooltje weer. --Stil, fluisterde de kikker, daar komt de Man van gisteren avond! He, wat loopt hij hard! Zeker weer veel te doen! En de kikker grinnikte zachtjes voor zich heen. De Man kwam aan. Hoog kwam hij aan over het beschaduwde zandpad, en zijn bruin hoofd was gebogen. Hij ging voorbij. --Man!... Man!... Man!... riep 't viooltje weer, zoo hard ze kon. De man bleef staan. Hij fronste zijn wenkbrauwen en keek heel donker. Toen keek hij in de kruinen en luisterde. Het donkere gleed weg van zijn gezicht en er kwam licht op glanzen. --Het licht! Het licht van de Vrouw!... juichte 't viooltje. Zie eens! Zie eens! Maar het licht ging weg, en het gezicht van den Man werd weer heel donker. Hij zag recht voor zich uit en ging. --Man!... Man!... riep nogmaals 't blauwe bloempje. Blijf toch! hoor toch! De Vrouw heeft licht laten vallen hier, uit haar oogen! Het licht is weg uit haar stem, en uit haar oogen! Geef het haar weer, de mooie, mooie Vrouw. Het was zooeven bij jou! Ik heb het gezien!... Ik heb het gezien!... De man aarzelde even. Hij hoorde wel iets, maar versnelde toen zijn pas, en verdween. --Houd je toch stil! mopperde de kikker, wien al dat gezeur verveelde. 't Helpt je toch niets. Ze kunnen je immers meestal niet eens hooren! En als ze je hooren, nemen ze je mee; en dan ga je heel gauw dood. Hij dacht ook weer dat de dennen riepen; dat was je geluk, anders had hij je meegenomen. De dennen kan hij niet meenemen! --Ik wou het!... Ik wou dat hij me mee genomen had; dan zou ik misschien weten, waarom ze dit alles doen, dat mij zoo treurig maakt! Ik wil wel dood gaan, bij hen, als ik dan maar eerst weet, wat zij weten! --Zij weten
PREV.   NEXT  
|<   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39  
40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   >>   >|  



Top keywords:

viooltje

 

kikker

 

anders

 
gezicht
 
hooren
 

gezien

 

treurig

 

donker

 

vallen

 

dennen


zooeven

 

juichte

 

glanzen

 
blauwe
 
bloempje
 

nogmaals

 
meestal
 

waarom

 

meenemen

 
verdween

meegenomen

 

mopperde

 

verveelde

 

riepen

 

versnelde

 

genomen

 
aarzelde
 

misschien

 

immers

 
gezeur

kunnen

 

hoorde

 
menschen
 

streek

 
gewend
 

natuurlijk

 

hebben

 

zooveel

 

avonds

 

bedoel


gewoon

 

vinden

 

gebogen

 

voorbij

 

zandpad

 
beschaduwde
 
kruinen
 

luisterde

 

donkere

 
wenkbrauwen