FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33  
34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   >>   >|  
te doen hebben, ieder op een andere plaats! Ik zou zeggen: ik wil niets te doen hebben! --Ik zou zeggen: ik wil het licht zien in je stem! --Allemaal gekheid! Ze hadden doodeenvoudig bij elkaar moeten blijven, en alles vertellen wat ze te zeggen hadden! --Ik zou zeggen: het licht dat op jouw hoofd is, moet ook op 't mijne wezen! --Vader zei: ze doen haast altijd iets anders, dan waar ze zin in hebben. Weet je wanneer een paar menschen bij elkaar blijven? Als ze een papier hebben waarop staat dat ze het moeten doen. Dan doen ze 't, al zouden ze veel liever niet bij elkaar blijven. --Dan ben ik maar blij, dat ik geen mensch ben! Ik zou niet willen, dat iemand bij me bleef om een papier, of hoe noem je 't. Ik zou zeggen: je moet heel graag blijven of heengaan! Ik zou 't wat naar vinden, als iemand tegen me zei: liever zou ik heengaan; maar ik moet bij je blijven. --Ja, maar, dat zeggen ze niet! Ze zeggen immers nooit iets, als ze wat te vertellen hebben? "De waarheid" is uit den duivel, zeggen ze. "Niets doen", "waarom zeggen" en "de waarheid" zijn samen de duivel, zei Vader; en het een komt uit het ander voort. --Dan vind ik den duivel zoo erg niet! --Neen, ik ook niet. Maar vader zei altijd: de menschen zijn erge deftige dieren; en soms niet kwaad ook; maar dom!! --Hoe kwam je vader bij de menschen? --Ze hebben hem meegenomen! We zaten met ons allen in een sloot, dicht bij een menschenhuis. Eens op een avond zat vader op het land, naar de lucht te kijken, zooals we meestal doen bij mooi weer. Toen kwam er heel stil een mensch op hem af, en pakte hem beet, en nam hem mee in het huis. Daar zette hij hem in een glazen kastje, half vol water, met een laddertje er in voor vader zijn tijdverdrijf, denk ik. Ze waren niet kwaad voor hem, gaven hem genoeg te eten en keken dikwijls naar hem. Vader vond het dan ook in 't begin wel aardig bij de menschen, en lachte zich soms half dood om al de malligheid die hij zag vertoonen. Later begon het hem te vervelen. Eens, op een dag toen de zon buiten zoo lekker scheen, dat vader boven op het laddertje geklommen was, om er tenminste iets van te zien, begon hij zoo te verlangen, om uit het donkere huis weg te komen, dat hij de kat, dat is een dier dat ook bij de menschen woont, eens vriendelijk aansprak, en verzocht even tegen het glazen huisje te stooten, opdat het om zou vallen, en vader zou kunnen ontsnappen. De kat, die erg trotsch is op haar voorzichtige manie
PREV.   NEXT  
|<   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33  
34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   >>   >|  



Top keywords:

zeggen

 

hebben

 

blijven

 
menschen
 
duivel
 

elkaar

 

iemand

 

mensch

 

heengaan

 

laddertje


glazen

 

waarheid

 

papier

 
altijd
 
vertellen
 

moeten

 
hadden
 

liever

 

Allemaal

 
lachte

aardig

 

vertoonen

 

plaats

 

malligheid

 

tijdverdrijf

 

kastje

 
genoeg
 

dikwijls

 

verzocht

 
huisje

aansprak

 

vriendelijk

 
stooten
 

voorzichtige

 
trotsch
 

ontsnappen

 

vallen

 

kunnen

 

buiten

 

lekker


scheen

 

vervelen

 

geklommen

 

donkere

 

verlangen

 
tenminste
 
andere
 

gekheid

 

anders

 
waarom