FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26  
27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   >>   >|  
en haast alle op gelijken afstand van elkaar. Het viooltje staarde vragend van den eenen boom naar den anderen, van den anderen weer naar een volgenden en dan weer naar volgende boomen, die achter elkaar schoven en in de verte weg-reiden. Ze keek angstig naar al de spitse, bruin-geworden denne-naalden, die om haar heen lagen, en naar het korte, spitse gras, dat er uitzag alsof het pijn wou doen. Ze zag door de denne-kruinen heen kleine stukjes blauw van den hemel, en daarheen zag ze gaarne; want daar was het licht! Zoolang het dag was en ze den hemel kon zien, vond ze haar wereld wel eentonig, maar toch draaglijk. Toen 't avond begon te worden en 't licht wegtrok, met zichtbare schokjes: eerst tusschen de boomstammen, toen van 't pad, en eindelijk boven de kruinen, vond ze het vreeselijk daar zoo eenzaam te staan, en rilde ze van angst; vooral toen de wind wat sterker werd. De wind!... het streelen over haar heen van iets dat ze niet zag!... het angstig wegbuigen van 't gras, naar een kant op!... het fluiten en joelen langs de stammen!... het kraken en vallen van doode takjes uit de kruinen!... en vooral het ver aankomen en sterk boven haar gaan van machtige tonen, hoog in de dennen... tonen die zwollen, weg-ruischten, stierven, en weer kwamen aansuizen, telkens weer, zonder rust!... O! het maakte haar bang!... 't Was haar, of een booze geest door 't bosch joeg, angst over haar heen ademend! Eindelijk, toen 't licht weer kwam, eerst tusschen de kruinen, toen op 't pad, en langzaam voortkruipende de boomrijen in waar 't verdween, voelde ze zich wat geruster. Het ruischen en zingen hoog in de donker-groene dennen duurde voort; maar langzaam aan werd ze er vertrouwd mee. De volgende dagen en nachten luisterde ze er naar, zich geheel overgevende aan het genot van luisteren. Ze leerde hooren: de wisselingen in de eentonige zangen, die altijd dezelfde schenen en toch telkens anders waren. Ze leerde hooren wat ze eerst niet hoorde, toen ze niet durfde luisteren: de melodieen die de dennen zongen in den nacht, en de melodieen die ze zongen in 't licht, telkens andere, en toch altijd dezelfde soort. Ze leerde hooren wanneer de kruinen wilden zeggen, dat ze 't licht zagen komen, wanneer ze donker zongen, dat 't avond werd, en wanneer ze klaagden, dat ze ondoordringbaar, dik-zwart, een waren met den nacht. Dit alles boeide haar. Als de wind stil was geworden, en de dennen lief-zacht zongen, ging ze rusten. Moe van
PREV.   NEXT  
|<   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26  
27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   >>   >|  



Top keywords:
kruinen
 

zongen

 

dennen

 

wanneer

 

leerde

 
hooren
 

telkens

 

anderen

 

luisteren

 

tusschen


altijd

 

melodieen

 

dezelfde

 

langzaam

 
angstig
 

elkaar

 

vooral

 
donker
 
spitse
 

geworden


volgende
 

boomrijen

 
voortkruipende
 

voelde

 

verdween

 

zingen

 

ruischen

 

geruster

 

ademend

 

rusten


maakte

 
zonder
 
boeide
 

Eindelijk

 

zangen

 

zeggen

 

wilden

 

eentonige

 

wisselingen

 

schenen


andere

 

durfde

 

hoorde

 

anders

 
klaagden
 

gelijken

 

nachten

 
duurde
 
vertrouwd
 

luisterde