FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68  
69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   >>   >|  
en wilde slapen. Doch het sleuteltje wilde hem niet uit het hoofd. En als hij voortaan in het dikke boek las, dacht hij er bij, en hij zag dan duidelijk dat het niet het echte was. VIII 'Nu zal hij komen!' dacht Johannes, toen de eerste maal de sneeuw was weggesmolten en hier en daar de sneeuwklokjes bij groepjes te voorschijn kwamen. 'Zou hij nu komen?' vroeg hij aan de sneeuwklokjes. Doch zij wisten het niet en bleven met hangende hoofdjes naar de aarde kijken, alsof zij beschaamd waren over hun haast en wel weer weg wilden kruipen. Konden zij maar! De verstijvende oostenwind begon alras weer te blazen, en de sneeuw stapelde zich hoog over de voorbarige stumpertjes. Weken later kwamen de viooltjes, hun zoete geur zweefde tusschen het kreupelhout, en toen de zon lang en warm op den mossigen grond geschenen had, ontloken ook de blonde primula's bij honderden en duizenden. De schuwe violen met haar sterke geuren waren geheimzinnige voorboden van komende heerlijkheid, doch de vroolijke primula's waren de blijde werkelijkheid zelve. De ontwaakte aarde had de eerste zonnestralen vastgehouden en maakte er een gouden siersel van. 'Nu dan! nu komt hij toch zeker!' dacht Johannes. Met spanning bezag hij de knoppen aan de takken hoe zij van dag tot dag langzaam zwollen en zich uit de schors loswrongen, tot de eerste bleekgroene puntjes tusschen de bruine schubben te voorschijn kwamen. Lang bleef Johannes op die groene blaadjes kijken, hij zag ze toch nooit bewegen, en als hij zich even had omgedraaid, schenen ze grooter geworden. 'Ze durven niet, als ik hen aankijk,' dacht hij. Reeds begon het groen schaduw te werpen. Nog was Windekind niet gekomen, geen duif was bij hem neergestreken, geen muisje had tegen hem gesproken. Als hij tot de bloemen sprak, knikten zij slechts even en antwoordden niet. 'Mijn straf is nog niet om,' dacht hij. Toen kwam hij op een zonnigen lentemorgen bij den vijver van het huis. De ramen waren alle wijd geopend. Zouden er menschen in gekomen zijn? De vogelkers-struik, die aan den vijver stond, was al heelemaal met teedere blaadjes overdekt, alle twijgen hadden fijne, groene vleugeltjes gekregen. Op het gras bij de vogelkers lag een meisje. Johannes zag alleen haar licht-blauw kleedje en blond haar. Een roodborstje, dat op haar schouder zat, pikte uit haar hand. Op eenmaal wendde zij het hoofd om en zag Johannes. 'Dag jongetje!' zeide zij en knikte vriendelijk. Weer tintel
PREV.   NEXT  
|<   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68  
69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   >>   >|  



Top keywords:

Johannes

 

eerste

 

kwamen

 

kijken

 

vijver

 

blaadjes

 
vogelkers
 

gekomen

 

tusschen

 

sneeuw


voorschijn

 

groene

 
primula
 

sneeuwklokjes

 

knikten

 

slechts

 

antwoordden

 
bloemen
 
gesproken
 

grooter


geworden

 
durven
 

schenen

 
omgedraaid
 
bewegen
 

Windekind

 

neergestreken

 

werpen

 
schaduw
 

aankijk


muisje

 

kleedje

 

roodborstje

 

tintel

 

meisje

 

alleen

 

schouder

 

jongetje

 

knikte

 
vriendelijk

wendde

 
eenmaal
 

gekregen

 

geopend

 
Zouden
 

lentemorgen

 

zonnigen

 

menschen

 
struik
 

twijgen