FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  
m in den zonneschijn en staarde over de stad. Zij was geheel van uitzicht veranderd. De grauwe mist was een glanzig blauw zonnewaas geworden, dat het einde der lange straten en de torens in de verte omhulde. De lichtkanten der leien daken schitterden zilverwit, alle huizen hadden heldere lijnen en lichte vlakken door het zonlicht, er was een warme tinteling in de bleekblauwe lucht. Het water scheen levend geworden. De bruine knopjes der iepeboomen waren dik en glanzig, en luidruchtige musschen fladderden tusschen de takjes. Het werd Johannes zoo zonderling te moede, terwijl hij staarde. De zonneschijn bracht hem in een zoete verdooving. Er was vergetelheid en dadelijke weelde in. Droomend staarde hij op de schittering der golfjes, op de zwellende iepeknopjes, en hij luisterde naar het tjilpen der musschen. Er was vreugde in dat geluid. Zoo week was hij in langen tijd niet gestemd geweest; zoo gelukkig had hij zich in langen tijd niet gevoeld. Dat was de oude zonneschijn, dien hij herkende. Dat was de zon die hem vroeger naar buiten riep, naar den tuin, waar hij dan, in de luwte van een oud muurtje, op den warmen grond ging liggen, en lang kon genieten van al dat licht en die warmte, starend op de halmpjes en kluitjes voor hem, gekoesterd in de zon. Het was hem zoo wel in dat licht, het gaf hem het veilige thuisgevoel, zooals hij zich herinnerde dat het heel vroeger was, in de armen van zijn moeder. Hij moest aan al het verledene denken, doch hij weende of verlangde niet. Hij zat stil en droomde, niet anders wenschend dan dat de zon blijven mocht. 'Wat suf je daar, Johannes?' riep Pluizer, 'je weet ik houd niet van droomen.' Johannes hief smeekend de peinzende oogen op. 'Laat mij nog wat zoo blijven,' zeide hij. 'De zon is zoo goed.' 'Wat vindt je aan die zon?' zeide Pluizer. 'Het is toch niets anders dan een groote kaars, of je in kaarslicht of zonlicht zit is volmaakt hetzelfde. Zie! die schaduwen en die lichte plekken op straat, dat is toch niets anders dan het schijnsel van een licht, dat wat stil brandt en niet flikkert. En dat licht is eigenlijk een heel klein vlammetje, dat op een heel klein stukje van de wereld schijnt. Daar! daar! voorbij dat blauw, onder en boven ons, is het donker, koud en donker! daar is het nu nacht, nu en altijd.' Doch zijn woorden hadden geen invloed op Johannes. De stille, warme zonnestralen doordrongen hem en vervulden zijn geheele ziel, het was licht en vredig in h
PREV.   NEXT  
|<   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  



Top keywords:
Johannes
 

anders

 

staarde

 
zonneschijn
 

musschen

 

vroeger

 

langen

 

blijven

 

Pluizer

 

hadden


zonlicht

 
glanzig
 

donker

 
lichte
 
geworden
 

invloed

 

stille

 

wenschend

 

altijd

 

weende


woorden

 

droomde

 

verlangde

 

zonnestralen

 

vredig

 
herinnerde
 

zooals

 

thuisgevoel

 

veilige

 

doordrongen


verledene

 

denken

 
vervulden
 

geheele

 

moeder

 

groote

 

gekoesterd

 

eigenlijk

 

vlammetje

 

kaarslicht


straat
 
schijnsel
 

flikkert

 

plekken

 

schaduwen

 
volmaakt
 

hetzelfde

 
stukje
 
wereld
 

voorbij