FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  
vroeger? Zie! alles bloeit en geurt en zingt daar, alsof er niets gebeurt. Waarom doe je niet mee in al die vroolijkheid en dat leven?' 'Eerst klaag je en verlang je, nu breng ik je waar je zijn wilde en nu is het weer niet goed. Zie! ik laat je gaan, ga door het hooge gras, lig in die koele schaduw, laat de vliegen om je gonzen en ruik den geur van het jonge kruid! ik laat je vrij, ga nu! Zoek Windekind nu weer!' 'Je wilt niet? Geloof je nu dan toch alleen in mij? Is het waar wat ik je verteld heb? Loog Windekind of ik?' 'Hoor het kreunen! Zoo kort en zwak. Het zal gauw stil zijn.' 'Zie maar niet zoo angstig om, Johannes. Hoe eer het stil is, hoe beter. Nu zullen er geene lange wandelingen meer komen, nu zul je niet meer naar viooltjes zoeken met hem. Met wie zou hij die twee jaren gewandeld hebben, denk je? toen je weg waart? Ja, je kunt het hem nu niet meer vragen. Dat zul je nooit weten. Nu moet je je wel met mij tevreden stellen. Als je mij wat vroeger gekend hadt, zou je nu niet zoo jammerlijk kijken. Je bent nog lang niet zooals je wezen moet. Denk je dat docter Cijfer in jouw geval zoo kijken zou? Het zou hem even bedroefd maken als die kat, die daar spint in den zonneschijn. En dat is goed. Waartoe dient die rampzaligheid? Hebben de bloemen je die geleerd? Die treuren ook niet als er een geplukt wordt. Is dat niet gelukkig? Zij weten niets, daarom zijn zij zoo. Jij bent eens begonnen met iets te weten, nu moet je ook alles weten om gelukkig te worden. Dat kan ik alleen je leeren. Alles of niets.' 'Luister naar mij. Wat scheelt het of dat je vader is? Het is een mensch die sterft, dat is een gewone zaak.' 'Hoor je het kreunen nog? Erg zwak niet waar? Het zijn nu wel de laatsten.' Johannes zag naar het bed in bange beklemming. Simon de kat sprong van de vensterbank, rekte zich uit en legde zich spinnend naast den stervende in het bed. Het arme, moede hoofd bewoog niet meer, het lag stil in het kussen gezonken, doch uit den half geopenden mond kwamen nog regelmatig de korte, matte klanken. Zij werden zachter, zachter, nauwelijks hoorbaar. Toen wendde de Dood de donkere oogen van de klok naar het ingezonken hoofd en hief de hand op. Daarna werd het stil. Een vale schaduw viel over het strakke gelaat. Stilte, doffe, leege stilte! Johannes wachtte, wachtte. Doch de regelmatige klank keerde niet weer. Het bleef stil, een groote, suizende stilte. De spanning van het luisteren der la
PREV.   NEXT  
|<   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  



Top keywords:
Johannes
 

alleen

 

gelukkig

 
zachter
 

kreunen

 

kijken

 

schaduw

 

stilte

 

wachtte

 

Windekind


vroeger

 
keerde
 

mensch

 
sterft
 
gewone
 

laatsten

 

sprong

 

vensterbank

 

beklemming

 

groote


regelmatige

 

scheelt

 

luisteren

 

begonnen

 

daarom

 
geplukt
 

spanning

 

Luister

 

worden

 

leeren


suizende

 

spinnend

 
treuren
 

werden

 

Daarna

 

klanken

 

wendde

 

donkere

 

ingezonken

 

nauwelijks


hoorbaar
 
regelmatig
 

Stilte

 

gelaat

 

stervende

 
bewoog
 

strakke

 
geopenden
 
kwamen
 

kussen