FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90  
91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  
hebben, zoo'n rommel te regeeren als het hier op aarde is? En zoo'n groot licht zou er niet zoovelen hier in 't donker laten.' 'En die sterren, die sterren dan?' vroeg Johannes, als verwachtte hij, dat die zichtbare grootheid het lage voor hem zou kunnen verheffen. 'Die sterren? Weet je wel waarvan je praat, ventje? Het zijn geen lichtjes daarboven, zooals de lantaarns, die je hier om je heen ziet. Het zijn allen werelden, elke veel grooter dan deze wereld met haar duizenden steden, en middenin zweven wij als een klein stofje, en er is geen onder of boven, en naar alle zijden zijn werelden, al maar werelden, en dat houdt nimmer, nimmer op.' 'Neen! Neen!' riep Johannes angstig, 'niet zeggen, niet zeggen! Ik zie lichtjes op een groot donker veld boven mij.' 'Ja, zien kun je niet anders dan lichtjes. Al staarde je je leven lang omhoog, je zoudt niet anders zien dan lichtjes op een donker veld boven je. Maar je kunt, je _moet_ weten, dat het werelden zijn, noch boven, noch onder, waarin dit kluitje met zijn armzalig, wriemelend menschenzootje niets is, en als niets zal verdwijnen. Spreek dus niet meer van 'de sterren', als waren het er een paar dozijn, het is een dwaasheid.' Johannes zweeg. De grootheid, die het lage zou verheffen, verpletterde het. 'Komaan,' zei Pluizer, 'nu zullen we iets vroolijks gaan zien.' Bij tusschenpoozen kwamen de golven van een lieflijk slepende muziek hen tegemoet. Op een donkere gracht was een groot huis, waar het licht hel uit vele, hooge vensters brak. Een lange stoet rijtuigen stond er voor. Het stampen der paarden klonk hol door de nachtelijke stilte, en hun koppen knikten: ja! ja! Glimlichtjes blonken op de zilveren knoppen van het tuig en op het vernis der wagens. Binnen was het een-en-al licht. Half verblind staarde Johannes in de schittering van honderden vlammen, van bonte kleuren, van spiegels en bloemen. Lichte gestalten streken langs de vensters, naar elkaar toe buigend, met lach en handgebaar. Tot ver achter in de zalen bewogen zich de rijkgetooide menschen met langzamen tred of met snelle, wiegelende draaiing. Een verward gerucht van gelach en blijde stemmen, slepende schreden en ruischende gewaden drong tot op straat door, meegedragen op de golven der weeke, bedwelmende muziek, die Johannes reeds van verre gehoord had. Op straat, dicht bij de ramen, stonden een paar donkere gestalten, waarvan alleen de gezichten vreemd en ongelijk werden verlicht door den glans
PREV.   NEXT  
|<   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90  
91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  



Top keywords:
Johannes
 

werelden

 

sterren

 
lichtjes
 

donker

 

staarde

 

zeggen

 

gestalten

 

anders

 

straat


nimmer

 
grootheid
 

muziek

 
verheffen
 
slepende
 

donkere

 

waarvan

 

vensters

 

golven

 

verblind


wagens

 

Binnen

 

schittering

 

kleuren

 

spiegels

 
vlammen
 

honderden

 

rijtuigen

 

nachtelijke

 

stilte


stampen

 

paarden

 
koppen
 

knoppen

 

bloemen

 

vernis

 

zilveren

 

blonken

 

knikten

 

Glimlichtjes


bewogen
 
bedwelmende
 

gehoord

 

meegedragen

 

schreden

 
ruischende
 

gewaden

 
werden
 
ongelijk
 

verlicht