FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97  
98   99   100   >>  
n en ging terug. 'Zij komen er niet in, het hout is te nieuw,' zeide hij bij 't heengaan. 'Ik wil,' zei Pluizer en scheurde met de haakvingers lange, witte splinters krakend uit het hout. Een vreeselijke beklemming drukte Johannes. Doch hij moest, hij kon niet anders. Eindelijk kwam de donkere ruimte open. Pluizer nam het licht en kroop haastig naar binnen. 'Hier, hier!' riep hij en liep naar het hoofdeinde. Doch toen Johannes bij de handen kwam, die stil over elkaar gevouwen op de borst lagen, moest hij rusten. Hij staarde op de magere, witte vingers, half verlicht aan de bovenzijde. Op eenmaal herkende hij ze, hij herkende den vorm en de plooien der vingers, de gedaante der lange nagels, nu donkerblauw verkleurd. Hij herkende een bruin vlekje aan den wijsvinger. Het waren zijn eigene handen. 'Hier, hier!' riep Pluizer's stem van het hoofdeinde. 'Zie eens, herken je hem?' Nog wilde de arme Johannes zich weer oprichten en op het licht toegaan, dat hem wenkte. Doch hij kon niet meer. Het lichtje verglom tot volkomen duisternis, en hij viel bewusteloos. XII Diep zonk hij weg in den slaap, tot in de diepte waar geen droomen zijn. Toen hij uit die duisternissen herrees, langzaam, naar het grauwe, koele licht van den morgen, streek hij door bonte, zachte droomen uit vroeger tijd. Hij ontwaakte en zij gleden van zijn ziel als dauwdroppelen van een bloem. Kalm en vriendelijk was de uitdrukking van zijn oogen, half nog starend in het wemelen der lieflijke beelden. Doch in pijn, als een lichtschuwe, sloot hij ze voor het vale daglicht. Hij zag, wat hij ook den vorigen morgen gezien had. Het scheen hem ver en lang geleden. Doch uur na uur kwam hem weer te binnen, van den droevigen morgen tot den vreeselijken nacht. Hij kon niet gelooven, dat al die verschrikkingen in eenen dag waren verschenen. Het begin van zijn ellende scheen zoo ver, verloren in grauwen mist. Spoorloos gleden de zachte droomen van zijn ziel, Pluizer schudde hem, en de sombere dag begon, traag en kleurloos, de voorlooper van vele, vele andere. Doch wat hij den vorigen avond op dien bangen tocht gezien had, bleef hem bij. Was het slechts een afschuwelijk visioen geweest? Toen hij Pluizer er weifelend naar vroeg, keek deze hem spottend en verwonderd aan. 'Wat bedoel je?' vroeg hij. Doch Johannes zag den spot niet in zijn blik, en vroeg of het niet waarlijk zoo geschied was, hij zag het nog zoo scherp en duidelijk
PREV.   NEXT  
|<   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97  
98   99   100   >>  



Top keywords:
Pluizer
 

Johannes

 

herkende

 
droomen
 

morgen

 

scheen

 

handen

 

vingers

 

gezien

 

gleden


zachte

 
hoofdeinde
 

vorigen

 
binnen
 
gelooven
 

verschrikkingen

 

vreeselijken

 

droevigen

 

geleden

 

vriendelijk


uitdrukking

 

dauwdroppelen

 

heengaan

 

starend

 

lichtschuwe

 
wemelen
 

lieflijke

 

beelden

 

daglicht

 

ellende


spottend

 

weifelend

 
geweest
 

slechts

 

afschuwelijk

 

visioen

 

verwonderd

 

geschied

 

scherp

 

duidelijk


waarlijk
 
bedoel
 

Spoorloos

 

schudde

 

sombere

 
grauwen
 

verloren

 
scheurde
 
bangen
 

andere