FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  
uffend voor zich uit staarde naar een smal zonnestraaltje, dat traag langs den muur kroop. 'Die ligt daar al zeven jaar,' zeide Pluizer. 'Hij is zeeman geweest en heeft de palmen van Indie, de blauwe zeeen van Japan, de bosschen van Brazilie gezien. Nu amuseert hij zich al de lange dagen van zeven lange jaren, met dat zonnestraaltje en dat pianospel. Hij komt hier niet meer vandaan; maar het kan nog even lang duren.' Na dien dag was het Johannes' bangste droom, op eens te ontwaken in dat zaaltje, in dat weemoedig halfduister bij die droomerige klanken, om tot het einde toe niets anders meer te zien dan het gaande en komende licht. Pluizer bracht hem ook in de groote kerkgebouwen en liet hem luisteren naar wat daar gezegd werd. Hij bracht hem bij feesten, bij groote plechtigheden, in de binnenvertrekken van vele huizen. Johannes leerde de menschen kennen, en het gebeurde hem somtijds, dat hij aan zijn vroeger leven moest denken, aan de sprookjes, die Windekind hem verteld had, en aan zijn eigen ontmoetingen. Er waren menschen die hem aan het glimwormpje herinnerden, dat in de sterren zijn gestorven makkers meende te zien, of aan den eenen meikever, die een dag ouder was dan de andere en zooveel over een roeping gesproken had, en hij hoorde verhalen, die hem aan Kribbelgauw, den held der kruisspinnen, deden denken; of aan den aal, die niets deed en gevoed werd omdat een dikke koning deftig stond. Zich-zelven vergeleek hij wel met den jongen meikever, die niet wist wat een roeping was en in het licht vloog. Hij voelde zich alsof hij hulpeloos en verminkt op het vloerkleed rondkroop, met een draadje om 't lijf, een scherp draadje, waaraan Pluizer rukte en trok. Ach, den tuin zou hij wel niet meer vinden, wanneer zou de zwarte voet komen en hem verpletteren? Pluizer bespotte hem, als hij over Windekind sprak. En langzamerhand begon hij te gelooven, dat Windekind er nooit geweest was. 'Maar, Pluizer! dan is het sleuteltje er ook niet, dan is er niets!' 'Niets! Niets! Er zijn menschen en cijfers, dat is alles waar, dat bestaat, eindeloos veel cijfers.' 'Maar, Pluizer, dan hebt ge mij bedrogen. Laat mij uitscheiden, laat mij niet meer zoeken, laat mij alleen!' 'Weet je niet meer wat de Dood gezegd heeft? Een mensch zou je worden, een volmaakt mensch.' 'Ik wil niet, het is vreeselijk.' 'Je moet, je hebt eens gewild. Zie docter Cijfer eens, vindt die het vreeselijk? Word zooals hij is.' Het was waar.
PREV.   NEXT  
|<   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  



Top keywords:
Pluizer
 

menschen

 

Windekind

 
cijfers
 

denken

 

bracht

 

draadje

 

groote

 

Johannes

 

zonnestraaltje


roeping

 
mensch
 

geweest

 
vreeselijk
 
meikever
 

gezegd

 

waaraan

 

kruisspinnen

 

gevoed

 

scherp


koning

 

jongen

 

hulpeloos

 

vergeleek

 

voelde

 
zelven
 

rondkroop

 

deftig

 

vloerkleed

 

verminkt


gelooven

 

worden

 
volmaakt
 

uitscheiden

 

zoeken

 

alleen

 

zooals

 

Cijfer

 

docter

 

gewild


bedrogen
 
verpletteren
 

bespotte

 

vinden

 

wanneer

 
zwarte
 

langzamerhand

 
bestaat
 
eindeloos
 

sleuteltje