FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96  
97   98   99   100   >>  
de vorige maal. Johannes zag slechts een verwarde massa, waaruit bruinachtige beenderen staken. Honderden wormen en insecten waren er zwijgend bezig. Het licht gaf opschudding. 'Van waar komt gij? Wie brengt hier licht? Dat hebben wij niet noodig.' En snel schoten zij weg tusschen plooien en in holten. Doch zij herkenden een soortgenoot. 'Zijt ge in die hiernaast geweest?' vroegen de wormen. 'Het hout is nog hard.' De eerste worm ontkende. 'Hij wil het buitenkansje voor zich houden,' zeide Pluizer zacht tot Johannes. Verder trokken zij, Pluizer gaf uitleg en wees aan, wie Johannes bekend waren. Er kwam een misvormd gezicht met starende, uitpuilende oogen, dikke, zwarte lippen en wangen. 'Dit was een deftig heer,' zeide hij toen vroolijk, 'je had hem moeten zien, zoo rijk, zoo voornaam en zoo ingebeeld. Zijn opgeblazenheid heeft hij gehouden.' Zoo ging het voort. Er waren ook magere, uitgeteerde gestalten met wit haar, dat blauw glinsterde in het zwakke licht, en kleine kinderen met groote hoofden en oudachtige denkersgezichten. 'Zie, die zijn eerst na hun dood oud geworden!' zei Pluizer. Zij kwamen bij een man met vollen baard en opgetrokken lippen, wiens witte tanden blonken. Midden in het voorhoofd had hij een rond zwart gaatje. 'Deze heeft Hein een handje geholpen. Waarom niet een beetje geduld? Hij was toch wel hier gekomen.' En weer kwamen gangen en nieuwe gangen en weer rechte gestalten met strakke, grijnzende gezichten en roerlooze, over elkaar gelegde handen. 'Nu ga ik niet verder,' zei de oorworm, 'ik weet hier geen weg meer.' 'Laat ons omkeeren,' zei de pier. 'Nog een, nog een!' riep Pluizer. Verder ging de tocht. 'Het bestaat alles wat je ziet,' zei Pluizer onder het voortgaan, 'het is alles waar. Een ding alleen is niet waar. Dat ben je zelf, Johannes. jij bent hier niet, en je kunt hier niet zijn.' En hij schaterlachte, als hij den angstigen, wezenloozen blik van Johannes bij zijn woorden zag. 'Dit is de laatste! werkelijk de laatste!' 'De gang loopt dood, ik ga niet verder,' zeide de oorworm knorrig. 'Ik wil verder!' zeide Pluizer, en waar de gang eindigde, begon hij met beide handen te graven. 'Help mij, Johannes!' Willoos in zijn ellende, gehoorzaamde deze en groef de vochtige, fijne aarde weg. Zwijgend en zwoegend werkten zij door, totdat het zwarte hout kwam. De pier had den geringden kop ingetrokken en was achteruit verdwenen. De oorworm liet het licht valle
PREV.   NEXT  
|<   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96  
97   98   99   100   >>  



Top keywords:
Johannes
 

Pluizer

 

verder

 
oorworm
 

wormen

 

laatste

 

lippen

 

kwamen

 

gestalten

 

handen


zwarte

 
Verder
 

gangen

 
omkeeren
 
strakke
 

gaatje

 

handje

 

geholpen

 

tanden

 

blonken


Midden

 

voorhoofd

 

Waarom

 

beetje

 

gezichten

 
grijnzende
 

roerlooze

 

elkaar

 

rechte

 

nieuwe


geduld

 

gekomen

 
gelegde
 

gehoorzaamde

 

ellende

 

vochtige

 

Willoos

 

graven

 

achteruit

 

ingetrokken


verdwenen
 
geringden
 

zwoegend

 

Zwijgend

 

werkten

 
totdat
 

eindigde

 
alleen
 
voortgaan
 

bestaat