FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70  
71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   >>   >|  
maar hij was toch angstig en wachtte gespannen de ontvangst van zijn kostbaar geschenk. Weer lachte Robinetta met helderen lach, doch zij vatte zijne hand, en haar blik werd niet koeler, haar stem niet minder innig. 'Wel, Johannes,' zeide zij, 'waarmee heb ik dat zoo op eens verdiend?' Johannes antwoordde niet en bleef haar aanzien met groeiend vertrouwen. Robinetta stond op en legde haar arm om Johannes' schouders. Zij was grooter dan hij. Zoo wandelden zij door het bosch en plukten groote bundels sleutelbloemen, totdat zij wel weg konden schuilen onder den berg van doorschijnend geel gebloemte. Het roodborstje vloog mede van tak tot tak en gluurde naar hen met schiiterende zwarte oogjes. Zij spraken niet veel, doch keken elkaar dikwijls van ter zijde aan. Zij waren beiden verbaasd over hun ontmoeting en half onzeker, wat zij van elkaar denken moesten. Doch spoedig moest Robinetta terug, het speet haar. 'Nu moet ik weg, Johannes! Maar wil je nog eens wandelen met me? Ik vind je een aardig jongetje,' zeide zij bij 't heengaan. 'Wiet! wiet!' zei het roodborstje en vloog haar achterna. Toen zij weg was, en alleen haar beeld bij hem achterbleef, twijfelde hij er niet meer aan wie zij was. Zij was dezelfde wie hij al zijn vriendschap had gegeven, de naam Windekind klonk flauwer in hem en verwarde met Robinetta. En alles werd weer om hem heen, zooals het vroeger geweest was. De bloemen knikten vroolijk, en haar geur verdreef het weemoedig verlangen naar huis, dat hij tot nu toe gevoeld en gekweekt had. Tusschen het teedere groen, in de lauwe, mollige lentelucht, voelde hij zich op eens thuis, als een vogel, die zijn nest gevonden had. Hij moest de armen uitstrekken en diep ademhalen. Hij was zoo gelukkig. Op den weg naar huis zweefde de lichte blauwe gestalte met de blonde haren voor hem uit, altijd voor hem uit, welken kant hij ook opkeek. Het was alsof hij in de zon gekeken had en het zonnebeeld overal met zijn blik medevloog. Van dien dag af ging Johannes elken helderen morgen naar den vijver. Hij ging vroeg, zoodra hij gewekt werd door het kijven der musschen in de klimopbladeren om zijn venster, en het gekwetter en gerekte getjilp der spreeuwen, die op de dakgoot fladderden en krieuwden in den jongen zonneschijn. Dan snelde hij vlug door 't vochtige gras tot dicht bij het huis en wachtte achter de seringenstruiken, totdat hij de glazen deur hoorde opengaan en de lichte gedaante op hem toe zag kome
PREV.   NEXT  
|<   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70  
71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   >>   >|  



Top keywords:

Johannes

 

Robinetta

 

helderen

 

wachtte

 

roodborstje

 

totdat

 
elkaar
 

lichte

 

verwarde

 

uitstrekken


flauwer

 

ademhalen

 
gevonden
 

gelukkig

 

weemoedig

 

verdreef

 

vroeger

 
verlangen
 
zooals
 

geweest


bloemen

 
knikten
 

vroolijk

 
zweefde
 
mollige
 

lentelucht

 

voelde

 

teedere

 
gevoeld
 

gekweekt


Tusschen

 

gekeken

 

jongen

 

krieuwden

 

zonneschijn

 

snelde

 

fladderden

 

dakgoot

 

gekwetter

 
venster

gerekte

 
getjilp
 

spreeuwen

 

vochtige

 
opengaan
 

hoorde

 

gedaante

 

glazen

 
achter
 

seringenstruiken