FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  
n of onzichtbaar maken. Doch hij kon zijn oogen niet meer afwenden. 'Alleen menschen worden verliefd, Johannes, hoor je! en dat is maar goed ook, anders waren ze er al lang niet meer. En jij bent verliefd als de beste, al ben je nog zoo klein. Aan wie denk je op 't oogenblik?' 'Aan Robinetta!' fluisterde Johannes nauwelijks hoorbaar. 'Naar wie verlang je het meest?' 'Robinetta!' 'Zonder wie denk je niet te kunnen leven?' Johannes' lippen bewogen geluidloos: 'Robinetta!' 'Nu dan, ventje,' grinnikte Pluizer, 'wat verbeeld je je dan, een elf te zijn? Elfen worden niet verliefd op menschenkinderen.' 'Maar het was Windekind ...' stamelde Johannes in zijn verlegenheid. Toen keek Pluizer ontzettend valsch en greep Johannes met zijn beenige handjes bij de ooren. 'Wat is dat voor onzin! Wou je mij met dien snuiter bang maken? Die is nog veel dommer dan Wistik, veel dommer. Hij weet er niets van. En wat erger is, hij bestaat heelemaal niet en heeft nooit bestaan. Ik besta alleen, begrijp je? En als je mij niet gelooft, zal ik je laten voelen, dat ik er ben.' En hij schudde den armen Johannes hard bij de ooren. Deze riep: 'Maar ik heb hem toch zoo lang gekend, en ik ben zoo ver met hem weggetrokken.' 'Gedroomd heb je, zeg ik. Waar is dan je sleuteltje, he? Maar nu droom je niet, voel je wel?' 'Au!' riep Johannes, want Pluizer kneep. Het was reeds donker, en de vleermuizen vlogen nu dicht langs hunne hoofden en piepten schril. De lucht was zwart en zwaar, geen blad bewoog in het bosch. 'Mag ik naar huis gaan?' smeekte Johannes.'Naar mijn vader?' 'Je vader? wat wil je daar doen?' zei Pluizer. 'Die man zal je wel vriendelijk ontvangen, nadat je zoo lang bent weggebleven.' 'Ik verlang naar huis,' zeide Johannes, en hij dacht aan de huiskamer met het heldere lamplicht, waar hij zoo vaak bij zijn vader zat, luisterend naar het krassen van diens pen. Daar was het vredig en gezellig. 'Ja, dan hadt je maar niet weg moeten gaan en weg moeten blijven, ter wille van dien mallen snuiter, die niet bestaat. Nu is het te laat. En het komt er ook niet op aan, ik zal wel voor je zorgen. Of ik het doe of je vader, dat is eigenlijk precies hetzelfde. Zoo'n vader, dat is toch maar verbeelding. Heb je hem soms zelf uitgezocht? Denk je dat er geen anderen zijn even goed en even knap? Ik ben even goed en veel knapper, veel knapper.' Johannes had geen moed tot antwoorden, hij sloot de oogen en knikte flauw.
PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  



Top keywords:
Johannes
 

Pluizer

 

Robinetta

 
verliefd
 

bestaat

 

dommer

 

snuiter

 

moeten

 

knapper

 

worden


verlang

 
smeekte
 

antwoorden

 
eigenlijk
 
precies
 

knikte

 

schril

 

piepten

 

hoofden

 

zorgen


bewoog

 

ontvangen

 

krassen

 

luisterend

 

blijven

 
verbeelding
 

vredig

 

gezellig

 

hetzelfde

 

weggebleven


vlogen

 

huiskamer

 
uitgezocht
 

lamplicht

 

mallen

 

heldere

 

anderen

 

vriendelijk

 

begrijp

 

grinnikte


verbeeld
 
ventje
 

geluidloos

 

lippen

 

bewogen

 
menschenkinderen
 

ontzettend

 
valsch
 
Windekind
 

stamelde