FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   >>   >|  
op het Galgeveld niet meer vinden; want men zal mij verpletteren en scheuren, en mijn lijk zal onder de voeten van het volk gemalen worden. Weet gij, wreede zoon, dat uwe woorden die schrikkelijke voorzeggingen behelzen?" "Ja, dit weet ik," antwoordde Geeraart met hardnekkige koelheid, die den ouden vader eene siddering over het gansch lichaam joeg.--Wat ijselijk geheim vond hij in het hart zijns zoons! Met pijnlijk geweld richtte hij zich half op in het bed en zijnen zoon tot zich trekkende, sloeg hij de twee armen hem om den hals en omhelsde hem onder eenen tranenvloed. "O, Geeraart!" riep hij, "ik versta u, gij wilt sterven! Gij neemt behagen in deze zondige gedachte, in dien afgrijselijken droom. Als een vrijwillig slachtoffer, gaat gij u aan de razernij der menigte ten beste geven ... en ik, die oud en krank ben, ik zal alleen op de wereld blijven? Gij zoudt mij aan de smart overlaten? Gij hebt gewis niet aan de wreede ondankbaarheid van uw voornemen gedacht, Geeraart?" De indruk, welken die klachten op den jongeling deden, was verwonderlijk: hij beefde als een beschuldigde, wien men te recht eene grove en schandige misdaad aantijgt. Ziende, hoever de streelende verbeelding eens spoedigen doods hem van het gevoel zijns plichts had doen verdwalen, en overwegende, wat pijn en droefheid zijnen vader treffen moesten, indien hij hem alleen op aarde liet, schrikte hij van zich zelven bij de overtuiging zijner wreedheid. De gedachte, dien dag te sterven, had hem den ganschen nacht toegelachen, en nu moest hij, uit liefde tot zijnen vader, alle pogingen aanwenden om een leven, dat hem lastig viel, te behouden. Hij sprak: "Vader, o, vergeef mij,--ik begrijp mijnen plicht. Ja, ik moet leven. Welaan! ik zal met moed het schavot beklimmen. Dat al de smaad, al de schande, welke een mensch dragen kan, op mij valle; ik zal opstaan tegen den haat en de verfoeiing! Nu vrees ik niets meer; bereid om den slag met onverschilligheid te geven, zal ik mijne hand in het bloed mijner broederen doopen, zonder dat een gevoel van afgrijzen in mij opkome. Het is gezegd, zij hebben het gewild! Ween niet meer, mijn vader, uw zoon zal beul zijn met een beulshart." Men zou kunnen gelooven, dat Geeraart eensklaps was veranderd en dat de afschrik van bloedvergieten in hem vergaan was, of wel, dat mannelijke moed hem de macht gegeven had om dien schrik te overwinnen; maar het was zoo niet. Geeraart bedroog zich zelven en zijnen vader,
PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   >>   >|  



Top keywords:

Geeraart

 

zijnen

 

gedachte

 

sterven

 

alleen

 

zelven

 
gevoel
 

wreede

 

mijnen

 

plicht


toegelachen

 

begrijp

 
vergeef
 

moesten

 

treffen

 

droefheid

 

Welaan

 
beklimmen
 
verdwalen
 

schavot


overwegende

 
indien
 

pogingen

 
aanwenden
 
overtuiging
 

liefde

 

zijner

 

lastig

 
ganschen
 

behouden


schrikte

 

wreedheid

 

kunnen

 

gelooven

 

eensklaps

 

beulshart

 

hebben

 

gewild

 

veranderd

 
afschrik

overwinnen

 
schrik
 

bedroog

 

gegeven

 
vergaan
 

bloedvergieten

 

mannelijke

 

gezegd

 
verfoeiing
 

opstaan