k schreeuw mij te barsten voor zulke luie ezels.... 't is
om iets van te krijgen!
(_Hij wendt zich om naar de andere zijde der school_.)
VICTOR, _eenen luiden kaakslag aan Edward gevende_.--Daar nu! zeg het
nu nog. Kom straks naar buiten, als de school uit is, dan zal ik u
eens in de goot slaan, en ga, roep dan uwen vader en uw' moeder maar,
labbekak! (_Zij vatten elkander bij het haar en vechten met groot
gerucht. De meester springt er naar toe, grijpt hen bij den kraag en
trekt ze van elkaar_.)
DE MEESTER, _met groote woede_.--Deugnieten! Schelmen! 't Is erger
dan de kinderen van de Vliersteeg of uit den Zwanengang[35]. Gij zult
mij weer doen bloedspuwen, slangen dat gij daar zijt. Maar ik zeg het
u: zijt zeker, dat de eerste, die zich nog durft verroeren, de school
afvliegt.... Past op! (_Groote stilte in de school. Victor steekt
zijne hand onder de tafel en nijpt in de beenen van Edward; doch deze
durft zich niet roeren. De pijn schetst zich in belachelijke
uitdrukkingen op zijn gelaat_.)
DE MEESTER, _bedaard_.--Waar waren wij? Ha! (_dicteerende_) "De
boosheid van den ontaarden zoon.... Absolon den veldslag ... Absolon
den veldslag ... verloren hebbende ... hebbende, begaf zich op de
vlucht...." Frans, gij let er niet op. Gij zijt weer bezig met papier
knauwen! Laat eens hooren wat ik het laatst gezegd heb?
FRANS.--Heb!
DE MEESTER, _verbitterd en spijtig_.--Wat, heb, ezel? Op de vlucht,
heb ik gezegd, (_dicteerende_) "en reed onder eenen boom door ...
doch zijn lang haar ... lang haar ... verwarde in de takken ...
van...." Frans, doe dat _manneken_ weg en schrijf ... "De takken van
den boom ... boom, en Absolon bleef er aan hangen."
(_Frans heeft gedurende het dicte eenen bal papier tusschen zijne
tanden gekneed, en een uitgesneden manneken er aan gevoegd. Hij werpt
het tegen den balk van het verdiep; het blijft er aan hangen_.)
VICTOR, _blijde_.--Ai, ai, daar hangt Absolon met zijn lang haar!
DE MEESTER, _vergramd_.--Frans, gij zult _noenoveral_[36] blijven
bakken. 'k Zal u leeren papier knauwen! Nu zult gij dezen noen niets
te knauwen hebben. (_Tot al de leerlingen_.) Het _dicte_ is
gedaan.--Victor! spel het laatste woord eens.
VICTOR, _tot Edward_.--Wat is het laatste woord? Gaat gij het zeggen,
of ik geef u eenen neep.
EDWARD.--Neen, nu zeg ik het niet, zie na!
VICTOR _nijpt hem in den rug_.--Zegt ge 't nog niet?
EDWARD, _pijnlijk schreeuwende_.--Hangen! Hangen!
DE MEESTER, _tot E
|