van mijnen kant ook doen, en binnen acht dagen zullen wij dit
met rijp oordeel beslissen.
FRUYTS, _blijmoedig_.--Verstandig gesproken. Ik hoor, dat gij weet
wat bloemken mijne _Striata Formosissima_ is. Niemand heeft haar in
honderd uren in het ronde; ik win er dit jaar nog vijf of zes
medailles mede. Ik zal de liefhebbers van Merxem[53] ditmaal eens
kloppen, dat zij uit hunne oogen niet meer zullen zien.
BIELENS.--Maar hebt gij haar wel goed bewaard? Hebt gij haar in droge
zemelen gelegd, gelijk ik u geraden heb?
FRUYTS.--Ja, ja, en er is dezen Winter geen water in mijnen kelder
geweest.
BIELENS, _invallende_.--Maar, Fruyts, ik ben hier gekomen om u nu
eens beslissend over de zaak te spreken: zullen wij onze kinderen nu
niet na den Paaschtijd laten trouwen? Zij kennen elkander nu lang
genoeg, en aangezien er niets in den weg is, waarom zouden wij ze dan
nog meer met uitstel plagen?
FRUYTS, _hij heeft een zijner boekskens van de tafel genomen_.--Zie,
Bielens, gij moest mij dit eens in het Vlaamsch zeggen. Met hunne
Fransche lijsten altijd! Anders niet dan van deze eene Dahlia.
BIELENS, _in het boeksken lezende_.--"N deg. 756, _British Queen_,
Well's.--Schoon van vorm, bladeren als muizenooren, witte grond,
overgaande tot purper en geboord met violet. Welgemaakt; stijve
steel. Blijft het huwelijk van uwe dochter met mijnen zoon nu
vastgesteld na Paschen."
FRUYTS, _in gedachte dwalende_.--Dit moet eene schoone bloem zijn,
eh? Wit met violette boorden; muizenooren? Daar hang ik tien franken
aan! Raadt gij mij hem te koopen?
BIELENS, _met ongeduld_.--Zie, Mijnheer Fruyts, ik spreek van geen
Dahlia's meer, voordat gij mij bescheid gegeven hebt. Trouwen onze
kinderen na Paschen, ja of neen?
FRUYTS, _hij schudt het hoofd met spijt_.--Wel ja, ja zeker. Zijt gij
nu tevreden? Daar is mijne hand en mijn woord. Zal ik de _British
Queen_ nu koopen, zeg?
BIELENS.--Ja, maar zoo trouwen is de regel niet, dat weet gij ook
wel; wij moeten eens goed over de zaak raadplegen. Gij zult zeker uwe
dochter wel een rond sommeken medegeven?
FRUYTS.--Hoor, om het kort te maken: ja, op alles! en hoe eerder hoe
liever. Dit huwelijk mocht anders nog wel in den Dahlia's tijd
vallen. Bezorg gij alles; mijne toestemming is u op voorhand
gegeven.--Maar zeg, hebt gij uwe Dahlia's reeds uit den kelder
gehaald, Bielens?
BIELENS.--Ja, gisterenmorgen heb ik ze onder glas te broeien
gelegd.--Ik ga _boeturen_[54].
FRUYTS.--De mij
|