kelders, waar des Winters
voor kinderen allerlei vertelsels verbeeld worden, bij middel van
_marionetten_, die zij _poesjenellen_ noemen. _Snoef_ is een
personage, die in alle stukken voorkomt en die bijzonder belast is de
aanschouwers te vermaken, evenals de _Arlequin_. Het is gewoonlijk de
geliefde _acteur_ van het geeerd publiek.
4: De helden der Antwerpsche geschiedenissen trouwen op het
einde onfeilbaar met eene _keuninksdochter_, eene _princers_ van
Turkije, Amerika of Spanje, of wel zij vinden, indien het er spookt,
eenen grooten ijzeren pot met geld.
5: De onbepaalde lidwoorden Een, Eene, Een zijn in
Antwerpen _Ene, En E_, de _e_ hebbende den klank van _e_ in het
Fransche _le._ Voorbeeld: En man, En vrouw, E kind. Voor klinkers en
voor de letter _H_ zijn ze _Enen, En, En_.
6: De uitgang _oude_ wordt verzacht en veranderd in _ouwe_,
als: wij _zouden_, wij _zouwen, koude Winter, kouwe Winter._
7: Het woordje _niet_, zonder nadruk uitgesproken, verliest
de _i_.
8: De l in _als_ wordt niet uitgesproken; b.v. _as_ ik het
zag, zou ik het gelooven.
9: De _n_ wordt nooit gehoord in de uitgangen der
veelsilbige woorden, die op _en_ uitgaan. Men zegt _verbinde, honde,
zinge_, voor _verbinden, honden, zingen_. Voor de klinkers en de
letter _H_, die hier nooit _geaspireerd_ is, heeft de verkorting
geene plaats. Zelf stelt de Antwerpenaar tusschen alle
opeenstootende klinkers, ook tusschen die, welke van zelf versmelten
eene _n_ of andere letter om de _euphonie_. Hij zegt dus: _ik
wilden-u-iets, hy maelden-u-immers_!
10: Het meervoud van het voornaamwoord des tweeden persoons
wordt gemaakt met het bijvoegen van _lie_, zijnde eene verkorting van
_lieden._ Men zegt _geulie_ of _gylie_ en _eulie_ of _ulie_; dit
laatste voor _aan u_, als ook voor de bezittende voornaamw. meervoud
_uw, uwe, uwen_; b.v. _Geulie weet het. Ik zal eulie straks eulien
boek teruggeven_.
11: De onvolmaakt verledene tijd van het werkwoord _zeggen_
is als volgt:
Ik ze, voor: ik zeide, enz.
Gij ze
Hij ze
Wij zeen.
Gijl. zeet
Zij zeen.
Het verleden deelwoord is _gezeed_.
12: Het Fransche woord _pourtant_.
13: Hebt gijlieden onder Napoleon op de scheepstimmerwerf
of _Chantier_ gewerkt? Is ulieder vader _Garde-Chiourme_ of
slavenwachter geweest? Men merke hierbij aan, dat het werkwoord
_zijn_ altijd met het hulpwoord _hebben_ vervoegd wordt.
14: _Zullen_ is een tusschenwerpsel, dat overmat
|