knecht werkte hij met ploeg en paarden op
den akker; als een meester hield hij toezicht op het werk van
Bruuntje, die, met het koewachtertje Pierken, de eenige gehuurde
knechts der hoeve waren.
--Wel sakerdeeke! En moet da jonk hier bij ons komen!" riep
wenkbrauw-fronsend Cordula, toen Belzemien ten slotte het nogmaals
herhaald en uitdrukkelijk verlangen van Tante kenbaar had gemaakt.
--Ha, da zal wel, e-woar?" meenden Belzemien en Standje.
Coben, roerloos en zwijgend, stond zenuwachtig te sidderen, alsof
hij de zaak nog niet heel duidelijk begreep.
--Joa moar, veur hoe lank?" vorschte de zuster, op nijdigen, bijna
agressieven toon.
Voor hoe lang!... Ja, wie kon dat vooruit zeggen?--Alles zou er van
afhangen hoe het verder met Tante verliep, en ook, natuurlijk, van
den tijd dien 't nichtje hier besteden mocht. Wie weet, misschien zou
ze al heel spoedig terug moeten. Haar vader zou haar waarschijnlijk
niet lang kunnen missen. En trouwens, hoe dan ook, in geen geval
mocht men haar bij Tante haar intrek laten nemen. Dat kon vooreerst
niet, in 't huis van zoo'n stervenszieke; en daarenboven 't groot
gevaar voor 't erfdeel! Neen, neen: zij moesten haar bij zich houden,
haar bewaken, haar geen enkel oogenblik met Tante alleen laten. Haar
deel,--dat van haar overleden moeder--mocht en zou ze hebben, maar
ook niets daarbuiten, geen voorrecht boven een van hen allen!
--Ha da da da es toch 'n dijngen Da da da es toch 'n
dijngen!".hakkelde nu ook eindelijk Coben, door de onverwachte
mededeeling heelemaal geschokt. En ook hij bromde even scherp op
Tante en op haar ongerijmd verlangen om dat bijna onbekend jong
nichtje nu volstrekt te willen zien.
Maar er was niets aan te doen; hoe sterk ook tegen hun zin, waren
zij zich allen wel bewust dat Tante's verzoek onmiddellijk moest
ingewilligd worden. En Belzemien stond hoofdschuddend op, ging naar
de eetkast, waar, boven in de la, pen, inkt en papier geborgen lag,
en kwam er mede bij het venster zitten, aan Cordula's groengeverfd
werktafeltje.
--Hoe lank es da nou geleen dat Leontine hier mee heur ieste
communie geweest het?" vroeg hij, klaar om te beginnen. Zoedt-e
gulder peizen da ze 't nog zal verstoan as ik heur in 't Vlaamsch
schrijve?"
Hoe lang...? Cordula telde even op haar vingers na en wist het
dadelijk precies te zeggen. 't Was negen jaar geleden en toentertijd
sprak ze Vlaamsch zoo goed als een vlaamsche boerin. Haar vader was
toch immers ook een Vlaming
|