FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35  
36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>   >|  
roote Gregorius[9] bestelt ons de tweede spreuk: "_Dees afvallige Engel, geschapen om boven d'andere regementen der Engelen uit te blinken, is door zijn hoovaardij zulks ter neder gestort, dat hij nu de heerschappij der standvastige Engelen onderworpen blijft._" Het derde en leste bewijs scheppen wij uit de predikatien van den honigvloeienden Bernardus[10]: "_Schuwt de hoovaardij; ik bidde u, schuwt ze toch! d'Oorsprong van alle overtredinge is hoovaardij, die Lucifer zelf, klaarder dan alle starren uitblinkende, met een eeuwige duisternisse heeft verdonkerd. Zij heeft niet alleen eenen Engel, maar den oppersten van alle Engelen in eenen Duivel veranderd._" De Hoovaardij en Nijdigheid, twee oorzaken of aanstokers van dezen afgrijselijken brand van tweedracht en oorloge, hebben wij uitgedrukt onder het gespan van twee bestarnde dieren[11], den Leeuw en den Draak die, voor Lucifers oorlogswagen gespannen, hem tegens God en Michael aanvoeren; aangezien deze dieren twee zinnebeelden van deze hoofdgebreken verstrekken; want de Leeuw, der dieren Koning, gemoedigd door zijne krachten, acht uit verwaandheid niemand boven zichzelven; en de Nijdigheid kwetst met hare tong den benijden van verre, gelijk de Draak, met het schieten van zijn vergift zijnen vijand van verre kwetst. Sint-Augustijn[12], deze twee hoofdgebreken Lucifer toeeigenende, maalt ons den aard derzelve levendig af, en zeit, dat Hoovaardij is een liefde tot zijn eigen grootschheid, maar de Nijdigheid een haatster van eens anders geluk; waaruit klaar genoeg blijkt wat hieruit geboren wordt: want een iegelijk, zeit hij, die zijn eigen grootschheid[14] bemint, benijdt zijns gelijken, naardien ze met hem gelijk staan; of benijdt zijnen minder, opdat die hem niet gelijk werde; of die grooter zijn dan hij, omdat ze boven hem staan. Nu dewijl de dieren[14] zelf van verdoemde Geesten misbruikt en bezeten worden, gelijk in den aanvange de Paradijsslang, en in de heileeuwe de zwijnskudden, die met een groot gedruisch in zee stortten; en dewijl de gestarnten, aan den Hemel zelfs bij dieren afgeteekend[15], ook bij de Profeten gedacht worden; gelijk de Pleiades of Zevenster, en Arcturus, Orion, en Lucifer, zoo gelieve het u de weligheid en leerzaamheid der tooneelpoezye te vergeven, dat de rampzalige geesten zich op ons tooneel hiermede wapenen en verweren; want den Helschen gedrochten niets eigener is dan slimme treken, en het misbruik der schepselen en elementen, tot afbreuk
PREV.   NEXT  
|<   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35  
36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>   >|  



Top keywords:

gelijk

 

dieren

 

Lucifer

 
hoovaardij
 

Engelen

 
Nijdigheid
 

kwetst

 

dewijl

 
Hoovaardij
 
benijdt

worden

 

grootschheid

 
zijnen
 
hoofdgebreken
 
grooter
 

minder

 

naardien

 

gelijken

 

elementen

 
liefde

haatster

 
levendig
 

afbreuk

 

toeeigenende

 

derzelve

 

anders

 
hieruit
 
geboren
 

iegelijk

 

blijkt


waaruit

 

genoeg

 

bemint

 

Paradijsslang

 

weligheid

 

gelieve

 

leerzaamheid

 
tooneelpoezye
 

vergeven

 

slimme


Pleiades
 

Zevenster

 
Arcturus
 
rampzalige
 
geesten
 

wapenen

 

verweren

 
Helschen
 
gedrochten
 

hiermede