FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67  
68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>  
't lichtste 't zwaarste zwaarder wegen. Dus steekt het schooner af op 't schoon; de kleur op kleur; De diamantsteen op turkoosblauw; geur op geur; Het sterke op flauwer licht; gestarrent tegens starren. Ons schikken is den Staat van dit Heelal verwarren[18], Misschikken al wat God geschikt heeft en beleid; En wat het schepsel schikt, dat is wanschapenheid, In 't allerminste lid. Men staak' dit murmureeren. De Godheid kan den Staat van 't Engelsdom ontberen. Zij is met niemands dienst beholpen. Eeuwig rijk En heerelijk, behoeft zij wierook noch muzijk, Noch geur, haar toegezwaaid, noch lof, haar toegezongen. Ondankbre Geesten, zwijgt; betoomt uw snoode tongen. Gij weet Gods reden niet; genoegt u met uw lot, En onderwerpt u Gods en Gabriels gebod! APOLLION: Is dan de staat en 't lot der Geesten onbestendig? Zoo staan ze glibberig, zoo zijn ze alreede ellendig. REI: Omdat een minder zal regeeren in dit Rijk? Wij blijven die we zijn: geschiedt ons ongelijk? BELIAL: Zij zijn de naaste aan God, hun toeverlaat en vader. En lagen Hem aan 't hart: nu leit een minder nader. REI: Zich over 's anders heil bedroeven, is gebrek Van liefde, en riekt naar nijd en hoogmoed. Laat dees' vlek Op Englezuiverheid en louterheid niet kleven. Elkandre in eendracht, liefde en trouw voorbij te streven, Behaagt den Vader, die het al in orden schiep. BELIAL: Zij houden d' orden, daar de Hemel hen toe riep; Maar kunnen traag verstaan des menschen slaaf te worden[19]. REI: Dat 's ongehoorzaamheid; zoo spatten ze uit hun Orden. Gij ziet hoe 't Hemelsch heir, geharrenast in 't goud, En in 't gelid gesteld, zijn beurt en schildwacht houdt; Hoe deze star gedaald, en gene, in top daar boven, De klaarste een minder klare in luister kan verdooven; Hoe d'eene een kleiner ronde, en d'andre een grooter schrijft; De laagste Hemel snelst, de hoogste langzaam drijft; En evenwel verneemt ge, in deze oneffenheden[20] Van ambten, licht en kreits en stand en trant en treden, Geen tweedracht, nijd, noch strijd; des Albestierders stem Geleidt dit maatgezang, dat luistert scherp naar Hem. BELIAL: 't Gestarrent blijft in staat[21], daar God het in wou scheppen. Behaagde 't Hem, den Staat der Englen niet te reppen[22] Zij weken geen gestarnte in eendracht, noch in peis, Noch steurden met geklag de rust van dit paleis. REI: Zie toe, en wacht u wel, deze ongenoegt te stijven. APOLLION: Wij wenschen, dat dees' lucht en wolk
PREV.   NEXT  
|<   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67  
68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>  



Top keywords:

BELIAL

 

minder

 

APOLLION

 
Geesten
 
eendracht
 

liefde

 

lichtste

 

schildwacht

 
geharrenast
 

gesteld


verdooven
 

kleiner

 

luister

 

Hemelsch

 

klaarste

 

gedaald

 

verwarren

 

kunnen

 
schiep
 

houden


zwaarder

 

zwaarste

 

verstaan

 

Heelal

 

spatten

 

grooter

 

ongehoorzaamheid

 

menschen

 

worden

 

laagste


reppen

 

gestarnte

 
Englen
 

Behaagde

 

blijft

 

scheppen

 

steurden

 
stijven
 
ongenoegt
 

wenschen


geklag

 
paleis
 

Gestarrent

 

scherp

 
verneemt
 
oneffenheden
 

ambten

 

evenwel

 

drijft

 

Misschikken