FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   >>  
duizenden gekroonde Heerschappijen, Gezalfd heeft op den stoel van haar stadhouderijen. Wat dolheid is het, die uw zinnen dus verrukt? Zij had haar zegel en gelijkenis gedrukt[20] Op uw geheiligd hoofd en voorhoofd, overgoten Met schoonheid, wijsheid, gunst, en wat er komt gevloten En stroomen, zonder maat, uit aller schatten bron. Gij blonkt in 't Paradijs, voor 't aanschijn van de zon Der Godheid, uit een wolk van dauw en versche rozen. Uw feestgewaad stond stijf van perlen en turkozen, Smaragden, diamant, robijn, en louter goud. De zwaarste schepter werd uw rechte hand betrouwd, Zoodra gij steegt in 't licht, en op bazuin en bommen[21] Door 't blakende gesternte en steenen kwaamt te brommen[22]: En zoudt gij reukeloos u storten uit dien troon[23]? Verreukeloozen al dat heerelijk en schoon? Zoudt gij uw glansen, die de Hemelen versieren, Ons licht verduisteren, in eenen knoop van dieren[24], En mengsel van gedierte en ondier ondereen, Griffoensklauw, drakenhoofd en andre gruwzaamheen Misscheppen[25] onbedacht? En zouden 's Hemels oogen, De starren, u zoo laag[26] beroofd zien van vermogen, En eere, en majesteit, door 't schenden van uw trouw? Dat keer' de goede God, wiens aanschijn ik aanschouw In 't zalig licht, daar wij, geheiligd alle zeven[27], Hem dienen voor zijn troon, en sidderen, en beven Voor zulk een Majesteit, die op ons voorhoofd straalt Verkwikt en leven geeft wat leeft en ademhaalt. Heer Stedehouder, mag mijn bede uw hart bewegen: Gij kent mijn zuiver wit en hart, met u verlegen[28]. Ruk af dien trotschen kam, schud uit dit harrenas, Smijt neder uit dees' hand de heirbijl, de rondas Uit d'andre! Hooger niet[29]; leg neder, och, leg neder, Leg neder, strijk vanzelf den standerd, en de veder Van uwe vleugelen, voor God en zijnen glans; Eer hij u uit den troon, den allerhoogsten trans Van eere, nederklinke aan gruis en stof te mortel, Ja zulks dat van den stam der Geesten tak noch wortel, Noch geen gedachtenis, noch leven overschiet; 't En ware een leven van ellende, van verdriet, De Dood, de Wanhoop, en een worm, een eeuwig knagen En knersetanden mocht den naam van leven dragen[30]. Verneer u, staak dien tocht[31]; ik offere u gena Met dien olijftak; grijp, of echter[32] 't is te spa. LUCIFER: Heer Rafael, ik verdien noch dreigement noch tooren. Mijn helden hebben God en Lucifer gezworen, En, onder 's Hemels eed[33], dien standerd opgerecht. Men strooie wat men wil den Hemel door: ik vecht
PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   >>  



Top keywords:
Hemels
 

aanschijn

 
standerd
 
voorhoofd
 

geheiligd

 

heirbijl

 

vleugelen

 

rondas

 

dienen

 
strijk

vanzelf

 

Hooger

 
Stedehouder
 
ademhaalt
 
bewegen
 

Majesteit

 
straalt
 
Verkwikt
 

zuiver

 

trotschen


sidderen

 

zijnen

 

verlegen

 

harrenas

 

echter

 
LUCIFER
 
verdien
 

Rafael

 

olijftak

 

Verneer


offere
 
dreigement
 

tooren

 

strooie

 
opgerecht
 
helden
 

hebben

 

Lucifer

 

gezworen

 
dragen

mortel

 

Geesten

 

allerhoogsten

 
nederklinke
 

wortel

 
eeuwig
 

knagen

 

knersetanden

 

Wanhoop

 

gedachtenis