FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64  
65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>  
ren. Wat wil dit? Wie of hier hangends hoofds ineengekrompen zit, Verlaten en bedrukt, en zonder nood beladen? Wie geeft hun treurens stof? wie kan dees' oorzaak raden? Mijn Reigenooten, volgt: 't is noodig dat men vraag' Naar d'oorzaak van hun leed en deze donkre vlaag Van droefheid, die den glans van onze pracht ontluistert, Het licht van 't eeuwig feest benevelt en verduistert. De Hemel is een hof van weelde en vreugd en vree. Hier nestelt aan dit dak noch rouw, noch hartewee. Mijn Reigenooten, volgt, en troost ze in hun bezwaren! LUCIFERISTEN (_koor_): Helaas, helaas, helaas! waar is ons heil gevaren! REI: Genooten van ons heil en blijschap, broeders, hoe? O zoons van 't vroolijk licht! hoe dus bedroefd te moe? Wie geeft u stof aldus te jammeren, te treuren? Gij hadt begonnen 't hoofd ten hemel op te beuren, Te bloeien in den dag, die neerstraalt van Gods glans. De Hemel brocht u voort, om vlug, van trans in trans, Van 't een in 't ander hof, te steigeren, te zweven, In 't onbeschaduwd licht, vernoegd, verzaad te leven, Op een gedurig feest, te smaken 't hemelsch mann' Van Gods onsterflijkheid, in een gerust gespan Van feestgenooten. Hoe? dit voegt geen burgerijen Van Englestad, o neen; dit voegt geen Heerschappijen[7], Geen Machten, Tronen, nog geen heerschend Hemelsdom. Gij kropt uw droefheid in, en zit versuft en stom. Laat hooren wat u deert; ontdekt het uw gespelen. Ontdekt uw hartkwetsuur, dat wij die mogen heelen. LUCIFERISTEN: Och, broeders, vraagt ge nog met errenst wat ons let? Gij hoort, zoowel al wij, wat Gabriel trompet: Hoe wij, door 't nieuw bevel, van onzen staat vervielen In eene slavernij der aarde, en zooveel zielen, Als uit een luttel bloeds en zaads te spruiten staan. Wat is bij ons[8] alree mishandeld of misdaan, Dat God een waterbel, vol wind en lucht geblazen, Verheft om d'Engelen, zijn zonen, te verbazen? Een basterdij verheft, gevormd uit klei en stof? Wij waren pas gewijd tot pijlers van zijn hof, Bekleedden onzen plicht[9] als trouwe rijksgenooten, En worden op een sprong gebannen, en gestooten Uit deze waardigheid, verdrukt te streng en straf; De handvest en het Recht, dat ons de Godheid gaf, Wordt ingetrokken, en, in stede van regeeren Met God en onder God, zal Adam triomfeeren[10], En heerschen, in zijn bloed en afkomst, onbepaald. De zon der Geesten is te plotseling gedaald. Och, lotgenooten, volgt ons' droefheid en misbaren. Helaas, helaas, helaas! waar is on
PREV.   NEXT  
|<   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64  
65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>  



Top keywords:

helaas

 

droefheid

 

LUCIFERISTEN

 
broeders
 
Helaas
 

Reigenooten

 

oorzaak

 

zooveel

 
zielen
 

slavernij


mishandeld
 

onbepaald

 

afkomst

 

heerschen

 

spruiten

 

bloeds

 

vervielen

 

luttel

 
Geesten
 

lotgenooten


errenst

 

vraagt

 

heelen

 

hartkwetsuur

 

misbaren

 

gedaald

 

plotseling

 

misdaan

 

zoowel

 

Gabriel


trompet

 

plicht

 
trouwe
 

Bekleedden

 

Ontdekt

 

ingetrokken

 

pijlers

 
rijksgenooten
 
Godheid
 

waardigheid


verdrukt

 
handvest
 

streng

 

worden

 
sprong
 
gebannen
 

gestooten

 

regeeren

 

Verheft

 

geblazen