s heil gevaren!
REI:
Ontstelt ge u om den last van God en Gabriel?
Dit schijnt een razernij. Wie durf het hoog bevel
Berispen? Wie verwaand de Godheid wederstreven?
Wij zijn gehouden, God zijn Recht en eer te geven,
Te rusten[11] in zijn wet. Wie treedt hier in geschil
Met Gods Almogendheid? Zijn wenk en woord en wil
Verstrekke ons eene wet en maat en vaste regel.
Wie tegenspreekt, die breekt des Allerhoogsten zegel.
Gehoorzaamheid behaagt den Heerscher in dit Rijk
Veel meer dan wierookgeur en goddelijk muzijk.
Gij zijt (och, weest zoo trotsch en hoog niet in uw wapen!)
Tot onderdanigheid, tot heerschen min[12], geschapen.
Och, medebroeders, staakt dit kermen en geklag,
En buigt u onder 't juk van 't eenig hoofdgezag.
LUCIFERISTEN:
Zegt liever: onder 't juk van grimmelende mieren.
REI:
Wanneer het Hem behaag', moet gij u laten stieren.
LUCIFERISTEN:
Wat hebben wij verbeurd? Geeft reden en bescheid.
REI:
Verbeurd? Gij kwetst Gods kroon door ongeduldigheid.
LUCIFERISTEN:
Wij klagen van verdriet en enkel ongenoegen.
REI:
In stee van uwen wil gerust naar God te voegen.
LUCIFERISTEN:
Wij steunen op het recht, ons wettig toegestaan.
REI:
Uw recht en handvest blijv' de Godheid onderdaan.
LUCIFERISTEN:
Hoe kan de meerder voor een minder zich verneeren?
REI:
Die zich gelaten stelt[13]. God dienen is regeeren.
LUCIFERISTEN:
Gewillig, zoo de mensch regeere daar beneen.
REI:
De mensch leeft met zijn lot vernoegd, al is het kleen.
LUCIFERISTEN:
Den mensch is boven dat een hooger lot beschoren.
REI:
Na menige eeuwen wordt zijn opgang eerst geboren.
LUCIFERISTEN:
Een eeuw beneden is omhoog een oogenblik.
REI:
Het ga, zoo 't wil, zoo 't moet, zoo d'Oppermacht dit schikk'.
LUCIFERISTEN:
Men had ons nutter dees' geheimenis gezwegen.
REI:
De Godheid openbaart haar hart, tot u genegen.
LUCIFERISTEN:
Nog milder tot den mensch: Zij zet hem boven aan.
REI:
Verknocht met Gods natuur; een wonderlijk bestaan!
LUCIFERISTEN:
Och, Engelsdom! wou God zich paren met uw wezen!
REI:
Wat God behaagt en schikt, dat wordt met recht geprezen.
LUCIFERISTEN:
Hoe heeft Hij 's menschen peil alree zoo hoog gemerkt!
REI:
Het is al wel, al goed, wat God bepaalt en werkt.
LUCIFERISTEN:
Hoe wil de mensch de kroon der Engelen verdooven[14]!
REI:
Alle Englen zullen God in 't lichaam zien en loven.
LUCIFERISTEN:
Zij zullen sli
|