emen als den
eersten uitvoerder van Gods wil, door de anderen te gehoorzamen.
[46] _Een ander draai gestarnte_. Het was, ook volgens Dante, de taak
der Engelen, de hemellichamen langs hun banen te geleiden (Zie _Ploeg_
II, pag. 41).
[47] _Onnoozelheid_. Nog in de oorspronkelijke beteekenis van
"onschuldig". Adam en Eva kenden nog geen kwaad en goed voor den
zondeval.
[48] _gezonden van een Groote_: Zie tevoren, dat een Engel der laagste
rij moet buigen voor de bevelen der middelrije, en zich laten gebruiken
voor een aardsche zending.
[49] _Rei van Engelen_. Deze rei is blijkbaar tweeledig gedacht: de
_zang_ wordt aangeheven door de lagere rijen, de _Tegenzang_ door die
der hoogste. Immers de laatste wordt uitgenoodigd te beschrijven met een
_Serafijne_ veder. Maar zelfs de Serafijnen, hoewel gezeten in Gods
Raad, aanschouwen Zijn aanzicht niet. Vandaar:
Dat zien is nog een hooger heil,
Dan wij van uw genade ontleenen.
[50] _noch ronden_. De hemellichamen zijn gebonden aan de _ronden_,
sferen; God niet.--_Zonder tegenwicht bij zich bestaat_: op zich zelf
staat, steunloos; zie ook verder 't zelfde: _Geen steun van buiten
ontleent_.
[51] Al wat draait en wordt gedreven om 't een en eenig middelpunt, is
begrepen, besloten, in Zijn wezen. D.w.z.: God is het _Al_.
[52] _Zoovele goeden_: Wdboek: Zegeningen; volgens dr. Cramer: Al wat
aan de schepping der Engelen (4den Scheppingsdag) voorafging, dus het
licht, het uitspansel, zee en land, die er waren voor den Hemel de
Hemelen. Heel duidelijk is dit dan echter nog niet, uit den mond der
Engelen, voor wie immers deze Scheppingsdaden niet zoo waardevol zijn.
Waarom niet als in _Adam in Ballingschap_ vs. 465, "goede dingen"?
[53] _bondig_. Over dit woord is groot verschil van meening. 't Wdbk.
meent: "verbindend"; Van Lennep geeft: "beknopt"; Cramer:
"raadselachtig." M.i. beteekent het: "besloten, ondoordringbaar."
D.w.z.: "al begrijpen we Gods geheimenis niet; men aanbidde toch zijn
bevel." Dit is geheel in den geest van dezen slotzang die, tegenover het
opdoemend verzet, de aanbiddende onderwerping ook aan 't onbegrepene
uitdrukt.
* * * * *
HET TWEEDE BEDRIJF
LUCIFER, BELZEBUB
LUCIFER:
Gij snelle Geesten! houdt nu stand met onzen wagen[1]:
Al hoog genoeg in top Gods Morgenstar gedragen,
Al hoog genoeg gevoerd: 't Is tijd, dat Lucifer
Nu duike, voor de komst van deze dubble star[2],
Die van beneden
|