FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56  
57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   >>   >|  
briel! Indien ik uw bazuin, de wet van 't hoog bevel, Een luttel wederstreve, of schijn te wederstreven. Wij ijvren voor Gods eere: om God Zijn Recht te geven, Verstout ik mij, en dwaal dus verre buiten 't spoor Van mijn gehoorzaamheid. GABRIEL: Gij ijvert krachtig voor De glorie van Gods naam, doch zonder t' overwegen Dat God het punt, waarin Zijn hoogheid is gelegen, Veel beter kent dan wij; dies staak uw onderzoek. De menschgeworden God zal dit geheimnisboek, Met zeven zegelen gesloten, zelf ontsluiten. Nu smaakt ge niet het pit, maar ziet de schors van buiten Dan zal men d' oorzaak zien, de reden, den waarom Van zijn verholendheen, en diep in 't Heiligdom Der Heiligdommen gaan. Nu voegt het ons te duiken, En dezen dageraad t' aanbidden, te gebruiken Met dankbaarheid, totdat de kennis in haar kracht De twijfeling verdrijv', gelijk de zon den nacht. Nu leeren wij allengs Gods wijsheid tegenstappen[21]. Eerbiedig en beschroomd. Zij openbaart bij trappen Het licht der wetenschappe en kennisse, en begeert, Dat ieder, op zijn wacht, zich onder haar verneert. Heer Stedehouder! rust, en handhaaf d' eerste ons wetten. Ik ga, daar God mij zendt. LUCIFER: Men zal er scherp op letten. BELZEBUB. LUCIFER. BELZEBUB: De stedehouder hoort, waar dit plakkaat[22] op draait, Dat Gabriels bazuin zoo trotsch heeft uitgekraaid. Hij gaf Gods oogmerk u, ook scherp genoeg, te ruiken: Men zal uw mogendheid aldus de vleugels fnuiken[23]. LUCIFER: Zoo licht niet; neen, gewis, men kan er in voorzien. Geen minder droome hier zijn meerder te gebien. BELZEBUB: Hij dreigt weerspannigheid haar hoofd en kroon te pletten. LUCIFER: Nu zweer ik bij mijn kroon, het al op een te zetten[24], Te heffen mijnen stoel in aller Heemlen trans, Door alle kreitsen hene en starrelichten glans. Der Heemlen Hemel zal mij een paleis verstrekken[25], De regenboog een troon; 't gestarrente bedekken Mijn zalen; d' aardkloot blijft mijn steun en voetschabel. Ik wil op een karros van wolken, hoog en snel Gevoerd door lucht en licht, met bliksemstraal en donder Verbrijzelen tot stof, wat boven of van onder Zich tegens ons verzet, al waar' 't de Veldheer zelf; Ja, eer we zwichten, zal dit hemelsblauw gewelf, Zoo trotsch, zoo vast gebouwd, met zijn doorluchte bogen[26] Te bersten springen, en verstuiven voor onze oogen; 't Gerabraakt aardrijk zien, als een wanschapen romp Dit wonderlijk Heelal in zijn
PREV.   NEXT  
|<   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56  
57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   >>   >|  



Top keywords:

LUCIFER

 

BELZEBUB

 

trotsch

 
scherp
 

Heemlen

 
bazuin
 

buiten

 

droome

 
minder
 
verstuiven

springen

 

voorzien

 
gebien
 
zetten
 
pletten
 

bersten

 

dreigt

 

weerspannigheid

 

meerder

 
vleugels

wanschapen

 
aardrijk
 

Gabriels

 

Heelal

 

draait

 

wonderlijk

 
uitgekraaid
 
mogendheid
 

fnuiken

 

ruiken


Gerabraakt

 

oogmerk

 

genoeg

 

heffen

 

verzet

 

voetschabel

 

tegens

 
blijft
 

aardkloot

 

bedekken


Veldheer
 

karros

 
bliksemstraal
 
donder
 
Verbrijzelen
 

wolken

 

Gevoerd

 
plakkaat
 
gestarrente
 

gewelf