telde me voor, ik was nog een heel
klein kind, dat ik daar op dien eenzamen zolder later _mijn_
huishoudentje zou hebben! Later heb ik vreeselijk gedweept met Robinson
Crusoe, maar wat ik eigenlijk nooit kon begrijpen was dat men hem zoo te
beklagen vond. Ik vond hem veeleer te benijden--zoo lekker alleen op dat
prettige eiland.
Wanneer je dat in je hebt, dan kom je er vanzelf toe, je altijd
rekenschap te geven van wat je wedervaart, en dat is _au fond_ mijn
schrijven geweest. Ik geloof dat het bij een dichter net zoo gaat ...
niet dat ik zeg dat ik een dichter ben ... ik heb veel te veel bewondering
voor een dichter.... Het is dus het overdenken van wat je in je hebt en
dat opschrijven.
Tusschen 1875 en '77, toen ik 16 jaar was, woonden we in Wageningen.
Mijn moeder was erg orthodox en ik ben als kind ook vroom geweest, en
nog op mijn dertiende jaar heb ik geld ingezameld voor de zending. Ik
was toen als externe op een Christelijke school, waar ik het onderwijs
wat was ontgroeid en privaatlessen kreeg. Ook had ik toen veel vrij en
maakte groote wandelingen met een kennis die vijf jaar ouder was. Je
kunt nergens in ons land zulke verschillende wandelingen maken als daar:
De eene keer heb je de hei en de heuvels met mooie vergezichten en de
andere keer weer de vruchtbare en vlakke Betuwe. Daar ben ik toen
serieus gaan hopen dat ik een dichter zou worden.
Het was op een ochtend in den voorzomer en ik zat alleen op een heuvel
bij Veenendaal. Aan de Grebbe had ik een jongen man bezig gezien, naakt
tot aan den gordel, zich de borst te wasschen in een emmer koud water.
Ik had nog al eens last gehad van mijn borst en ik was jaloersch op die
kerel. Maar in dat heerlijke lenteweer--zooals we nu ook weer hebben--ga
je je sterker en gezonder voelen, en ik kreeg hoop, dat ik ook eens een
flinke kerel zou worden.
Ik was namelijk een jongen, die overal bang voor was, en ik deed bijv.
heelemaal niet aan sport. Maar toen kreeg ik een gevoel: Jesis, je
ontgroeit het! En ik zie nog altijd voor me dat aanteekenboekje, waarin
ik toen neergeschreven heb die stemming van geluk, van daar op die mooie
hei te zitten. Ik heb altijd veel gehouden van natuur met heuvels, in
dat opzicht ben ik een echte Geldersman gebleven, en ik ging toen een
soort symboliek maken van dat vergezicht in verband met mijn eigen hoop
op de toekomst.
In dat jaar werd ik door mijn vriend uitgenoodigd een reis te maken door
het Schwarzwald, een voetreis die we
|