t op en de consequentie kan zijn van een mislukt trachten
naar een wijsgeerige of psychologische levensbeschouwing. Tien tegen
een, of de schrijver denkt, terwijl hij dit neerschrijft, reeds aan een
definitieve wending in zijn levenslijn. En zoowaar, hier volgt nu de
tweede ophaal van de arabesk, scherper, beslister, strakker dan de
eerste:
"En vindt u dat overlezen een "mer a boire", dan zou ik u willen raden,
begin met te lezen mijn feuilletons in het "Vaderland"--reeds in enkele
bundels uitgegeven--en zoek daarna in mijn romans den auteur die er zich
toch zoo weinig verbergt. Ik ben overtuigd dat u mij vinden zult."
De overgang "en vindt u dat overlezen een "mer a boire"" is onwezenlijk.
Het komt aan op de onderscheiding, die hier gemaakt wordt, tusschen het
oudere werk (hier aangeduid met het woordje "mij") en de feuilletons in
"Het Vaderland", die hier en daar aan een doorloopend interview doen
denken, en waar Couperus zich _rechtstreeks_ geeft, terwijl hij zich in
de romans alleen maar "niet verbergt". _Conclusie_: Hier is inderdaad de
wending in de levenslijn die wij voelden aankomen.
En nu volgt de tweede neerhaal van de arabesk, een breed gelijnde boog,
die aan den eersten neerhaal parallel en in een zachte krul, die het
geheel omslingert, verloopt.
"Wanneer u dezen arbeid te zwaar vindt voor het doel, een studie over
mij te schrijven ... wel, dan moet ik u antwoorden, dat wat ge van mij
vergt nog veel zwaarder arbeid voor mij zou zijn en dat een antwoord op
uw vragen mij wel mijn geheele overige leven zou kunnen bezighouden. U
zult mij dus vergeven, dat ik u het werk opdraag, dat u mij zoudt
willen opdragen, tevens overtuigd, dat, zoo u dien arbeid op u wilt
nemen, veel eer tot uw doel zult geraken, het een en ander van mijn
innerlijk en zelfs uiterlijk bestaan te weten te komen. En ik hoop
hartelijk, dat u dit zeer ernstig bedoelde schrijven niet te veel als
die eene geheime deur zult beschouwen."
_Conclusie_: De schrijver komt min of meer terug op zijn eerste
verklaring. Hij vindt dat hij mij wel heeft beantwoord. Hij laat zich
ook niet zoo uitsluitend op zijn gevoelens drijven, want hij weet nu al,
dat de beantwoording van mijn vragen--waarover hij niet zou hebben
nagedacht--zijn heele overige leven zou kunnen vullen (niet vervullen
natuurlijk)--zooveel verschieten openen zich hem, enkel bij de
onderstelling dat hij er over zou gaan denken. Hij zou dan een zwaarder
taak op zich laden dan de onderv
|