FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34  
35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   >>   >|  
doet en zuiver van geweten is, mag niet vervaard zijn. Kruipt in uw bed; daar is het nog 't best van al. Leest uw avondgebedeken en zegt in u zelven, terwijl gij de oogen sluit: "Wat God bewaart, is wel bewaard." Zonder nog een woord tegen te spreken, omhelsden de beide jongens hunne ouders en hunne blinde grootmoeder, ontvingen den kus en den zegen van allen en verdwenen dan in het tweede vak van den waggon. Nauwelijks konden zij ingeslapen zijn, of het begon schier onophoudend te bliksemen en te donderen met immer toenemende kracht en de gloed en de slagen werden eindelijk zoo hevig en geweldig, dat de waggon op den geschokten bodem daverde en de gansche landstreek in vuur en vlam scheen te staan. Mie-Wanna had nog eene kaars ontstoken en een klein Christusbeeld op de tafel gezet. Zij en de blinde zaten met gevouwen handen en neergeslagen oogen te bidden. De man deelde in haar gebed, doch hield zijn uurwerk in de hand en bezag het nu en dan. Onderwijl was het onweder nog schrikkelijker geworden; de bliksems volgden elkander op zonder verpoozing, en de donder ratelde als het gebulder van honderd kanonnen door den ontstelden hemel. Daarenboven, nu was er een tempeest losgebroken; het vervulde de korte ruimten tusschen de donderslagen met het gehuil der winden en het gekletter der nederstortende hagelsteenen. De baanwachter stond op en ontstak het licht in zijne lantaarn. "Och God, Jan, door zulk ijselijk weder!" zuchtte Mie-Wanna. "Wie zou wreed genoeg zijn om er eenen hond door te jagen?" "De sneltrein zal welhaast voorbijkomen," antwoordde hij. "Plicht gaat voor alles. Weest niet bekommerd en blijft gerust bidden." Hij opende de deur van den waggon;--de wind bonsde er in met geweld en doofde de lamp en de kaars uit. Een oogenblik aarzelde de baanwachter bij de angstkreten zijner vrouw en zijner moeder. Wat schrikkelijke orkaan! De bliksemstralen sloegen hem met blindheid, en daarop volgde een nacht, zoo donker en zoo zwart als het grondelooze niet zelf. De hagelsteenen sloegen zijne handen en wangen ten bloede ... maar hij nam een besluit, trok de deur toe en sprong van de waggontrap neder, om zijnen plicht naar behooren te gaan vervullen. Mie-Wanna ontstak onmiddellijk weder de lamp en de kaars, en terwijl zij de handen opnieuw samenvoegde, zuchtte zij bevende: "Och, moeder lief, daar moet onze Jan door zulk schromelijk weder! Als hem maar niets overkomt...." "Zwijg, kind, zwijg," morde de bli
PREV.   NEXT  
|<   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34  
35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   >>   >|  



Top keywords:

waggon

 

handen

 

blinde

 

moeder

 

zijner

 
sloegen
 

bidden

 

zuchtte

 

terwijl

 

baanwachter


hagelsteenen
 

ontstak

 

gekletter

 

bekommerd

 

opende

 

winden

 

gerust

 
tusschen
 

donderslagen

 

gehuil


ijselijk

 

blijft

 

genoeg

 

sneltrein

 

lantaarn

 

welhaast

 
Plicht
 
antwoordde
 

voorbijkomen

 
nederstortende

schrikkelijke

 

behooren

 

vervullen

 
onmiddellijk
 

opnieuw

 

plicht

 

sprong

 

waggontrap

 
zijnen
 

samenvoegde


bevende

 

overkomt

 

schromelijk

 

besluit

 

angstkreten

 

ruimten

 
orkaan
 
aarzelde
 

oogenblik

 

geweld